begon op het glas te tikken. Dat deed erg pijn, en plotseling begon hij heel hard te tikken, en het glas begon te barsten en te brokkelen. Het meisje schrok zo erg dat ze uit het kraaiennest viel, en in de bospoel terechtkwam. Het meisje begon te rennen en te rennen. Dit wilde ze niet. Het deed pijn. Na een lange tijd kwam ze aan bij een huisje waar een wolf woonde. Toen de wolf haar zag begon hij te lachen. ‘Als je van vlees en bloed was, zou ik je opeten,’ zei de wolf. ‘Kunt u mij alstublieft helpen,’ zei het meisje. ‘Ik zou zo graag weer een gewoon meisje willen zijn, en ik wil weer naar huis.’ De wolf kwam wat dichterbij, en sprak : ‘Ik kan je wel naar de raaf brengen, als je dat wil. Die kan toveren.’ ‘Nou, graag, meneer,’ zei het meisje. En zo bracht de wolf het meisje naar het huisje van de raaf. De raaf was erg blij het meisje te zien. ‘Zeg meisje,’ zei de raaf, ‘er is een kaboutervolk wat jou graag als koningin zou willen hebben. Zo vaak worden ze lastiggevallen door roofdieren, en altijd als ze een nieuwe koningin of koning hebben gekozen, dan wordt die ook binnen de kortste keren door wilde dieren opgegeten. Daarom zeiden ze eens : ‘We zouden wel een koning of koningin van glas willen hebben.’ En kijk eens : Jouw glas is zo scherp dat je er de roofdieren mee weg zou kunnen jagen.’ ‘Ja maar waar woont dat volk dan ?’ vroeg het meisje. ‘Ik zou zo graag weer een normaal meisje willen zijn, en naar huis kunnen gaan. Kan dat ?’ ‘Oh, maar meisje,’ zei de raaf. ‘Daar vraag je me wat. Ik weet niet of dat wel kan.’ ‘Maar de wolf zei dat u een tovenaar was,’ zei het meisje teleurgesteld. ‘Een tovenaar ?’ vroeg de raaf. En toen begon de raaf te lachen. ‘Nee,’ zei de raaf. ‘Ik ben geen tovenaar, maar soms kan ik met wijze raad komen.’ ‘Nou, zou u me dan een wijze raad kunnen geven ?’ vroeg het meisje beleefd. ‘Nee,’ zei de raaf, ‘maar ik kan wel wat proberen.’ En toen liep de raaf naar het meisje toe en begon hard op het glas te tikken. Weer begon het glas te barsten en te breken, en in paniek rende het meisje het huis uit. ‘Wacht even !’ riepen de wolf en de raaf, en achtervolgden haar. Het meisje rende en rende, totdat ze uiteindelijk bij een kaboutervolkje aankwam. En inderdaad, zij wilden haar dolgraag als koningin hebben, want een koningin van glas, die vind je niet zomaar. Het meisje liet zich maar kronen, want ze wist toch niet waar ze anders naartoe moest. Het hele volkje was blij, en bestrooiden haar met bloesem, bladeren en bospoeders. ‘Oh, maar zo word ik vies,’ riep het meisje. ‘Leve de koningin !’ riep het volkje. Maar het meisje was doodongelukkig. Ze wilde naar huis, en ze wilde weer gewoon zijn. Op een nacht kwam er een kabouter naar haar kamer met een hele grote hamer. ‘Koningin,’ zei de kabouter. ‘We hebben gehoord van uw wens om weer een meisje van vlees en bloed te zijn, en om weer naar huis te kunnen gaan. Luister, u bent zo groot, en wij zijn zo klein, dat wanneer ik het glas insla met deze hamer, dan kunnen we met het glas onze stad beschermen tegen de roofdieren, en dan komt u vrij.’
227 Online Touch Home