23

staats-geheim, hoe u het ook wilt noemen.' 'U werkt niet samen met de staat,' zei oom Joep. 'U bent een misdaadsorganisatie.' 'Misdaads-organisatie ?' lachte de professor. 'Wij doen proeven. Onze gevangenen bewijzen de voortgang van de wetenschap daarmee een grote eer. 'Proeven ?' vroeg tante Katrien. 'Maar dat is vreselijk.' 'Het is vreselijk, precies,' zei de professor. 'Maar als de wetenschap zich niet ontwikkeld is het nog veel erger. We moeten offers brengen.' 'Zeg, blijf met je handen van andere mensen af dan,' zei oom Bakus. 'Nee,' zei de professor, 'nee, nee. Ik denk dat u het verkeerd begrijpt. Wij zijn bezig om een medicijn te ontwikkelen tegen weerkatterigheid. Het is allemaal voor bestwil van uw broer.' 'Geef onze broer terug,' zei oom Bakus. 'Wij hebben nooit weerkatterigheid in hem gemerkt.' 'Waar heb je je ogen ?' vroeg de professor. 'Het wordt alleen maar erger met hem. Hij is bijna dag en nacht een kat.' 'Ja, ik zou ook een kat worden als ik hier zou zitten,' zei oom Bakus. 'Ik waarschuw u. Ik tel tot drie. Laat hem los.' 'Geen denken aan,' zei de professor. 'U heeft een gevaarlijke wens. U wilt weerkatterigheid terug in de samenleving. Ik kan u daarvoor opsluiten.' 'Mijn broer bedoelt het niet zo,' zei oom Joep. 'Hij is alleen een beetje overstuur.' 'Overstuur ?' vroeg de professor. 'Volgens mij begint hij zelf al vormen van weerkatterigheid te vertonen.' 'Daar kunt u dan beter niet over praten, want dan kunt u het ook krijgen,' zei tante Katrien. 'Ik ben immuun,' zei de professor. 'Hoe dan ?' snauwde tante Katrien. 'Een pilletje ?' zei de professor. 'Ik dacht dat er nog geen medicijn was,' zei tante Katrien. 'Geen medicijn om het te genezen,' zei de professor, 'maar wel eentje om het

24 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication