306

Op een dag klopte er een klein jongetje aan op de deur van het huis van het bloemenvrouwtje. Hij had een hoed op met bloemen op de rand, en hij was op blote voeten. Ook was hij gekleed in vodden. Ook hij mocht de toversleutel aanraken. Toen hij dat deed glimlachte hij. Zijn handen begonnen niet te branden. Het bloemenvrouwtje glimlachte, en begon toen steeds harder te lachen. Na een tijdje schaterde ze van het lachen, en was door het dolle heen. 'Jij bent de nieuwe koning !' schaterde ze. Ze nam zijn handen en begon met hem te dansen. En zo werd de kleine jongen de koning van het land. De Stenen Wachters Er was eens een oude koning die wachters van steen had. In de nachten kwam er een vreemd vuur over hen, opdat zij tot leven zouden komen. Dan voerden ze onzichtbare oorlogen waar niemand vanaf wist. Op een dag stierf de koning, en erfden het kasteel van de koning. Ze kwamen tot zijn geheime vertrekken waar nog nooit iemand van hen was geweest. Ze zagen daar een huilend meisje van vuur zitten. Ze vroegen het meisje wat er aan de hand was. Het meisje snikte dat ze al zo lang opgesloten werd gehouden hier, maar dat zij altijd haar vuur zond naar de wachters om hen tot leven te wekken. Zij was het nachtvuur. Ze was erg eenzaam. De wachters vroegen haar waarom de oude koning haar opgesloten hield hier. Het meisje sprak dat omdat zij een bijzondere kracht had, namelijk die van de genezing van harten, en de koning wilde dit niet voor de mensen, want dan zouden de dokters geen werk meer hebben. De wachters schrokken hier wel een beetje van. Het meisje kon ervoor zorgen dat ze niet meer in steen zouden veranderen. Ze brachten het meisje van vuur naar buiten in de open lucht, en al snel begon ze mensen te genezen. Maar de dokters waren erg boos. Zij wilden dat het meisje zou verdwijnen. Het liep uit op een burgeroorlog tussen de dokters en de wachters van de koning. De dokters konden veranderden in grote wilde, witte katachtigen. Ze grepen het meisje van vuur, ketenden haar, en namen het kasteel in. Hier werd zij in een kerker geworpen, en de wachters van het kasteel veranderden weer in steen. Het meisje begon hard te huilen, zoveel als ze nog nooit had gehuild. Haar vele tranen begonnen door het kasteel

307 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication