318

Na lange nachten van hopeloosheid, pijn en verdriet hoorden ze ineens schoten. Overal om hen heen zagen ze ratten neervallen. Het was Osdol’s oom. Hij had een grote motor meegenomen, en al snel zaten ze allemaal achterop. Met grote snelheid croste de oude man uit de schuur van de ratten. Hij kende de weg hier wel, en kende ook de gevaren. Maar zij die pas waren bevrijd waren geheel afgestompd. Ze voelden niets anders dan een botte pijn. Als dit het leven was. En wie vertelde hen dat niet nog grotere gevaren hen al opwachten ? Ze hadden nergens meer zin in. Het was alsof het trauma van de ratten hen diep verwond had, met eeuwige wonden. Het was alsof de ratten nog steeds binnen in hen leefden. Thuisgekomen bij Osdol’s oom namen ze allemaal een warm bad, maar niets scheen te helpen. Eigenlijk wilden ze gewoon helemaal naar huis, want ze hadden genoeg van het leven onder de aarde. In hun ogen was het allemaal te duur. Op een dag raakte Agdan Azela aan. Azela gilde het uit. Het deed pijn, alsof ze in de brandnetels was gevallen. En dit was zelfs erger .... zo erg dat ze helemaal in paniek raakte bij de gedachte dat hij het weer zou kunnen doen. ‘Doe dat nooit meer,’ krijste ze. Agdan was de eerste die helemaal herstelde, en wilde terug naar de diepte om uit te vinden wat daar gaande was. Maar de anderen wilden hem niet laten gaan. Bij de vrouwen leken de wonden erger dan ooit tevoren. Op een dag bood Osdol’s oom aan om op de grote motor samen met Agdan terug naar de diepte te gaan. De vrouwen vertrouwden Osdol’s oom, en alhoewel ze zelf niet meegingen, gaven ze wel toestemming aan Agdan om mee te gaan. De motor ging ditmaal dieper dan ooit tevoren, en ze kwamen zelfs op terrein waar Osdol’s oom nog nooit was geweest. Hij wist dat het gevaarlijk was, maar het ging om het hogere goed. Zoete geuren leken naar hen te lonken. Maar beiden waren ze op hun hoede. Een vrouw staarde hen aan, een vrouw die ze niet kenden. Toen rende de vrouw weg. Langzaam kwamen Agdan en de oude man dichterbij. Door een gleuf in een rots zagen vulkanen. Er kwam een indringende, hypnotiserende geur door de gleuf heen. Boven de vulkanen hing een duistere bruine zon. Ze konden niet door de gleuf heen, alhoewel ze dat wel zouden willen. Ze vroegen zich af waar de vrouw naartoe was gegaan. Het beklimmen van de rots was erg gevaarlijk, maar na een tijdje kwamen ze er toch overheen. Ook hesen ze met een touw de motor van de oude man over de rots heen. De lichten die hier waren, waren verzwakkend. Vanuit de meertjes schepte de oude man wat van de vreemde sappen in kruiken en flessen. De man herkende dit spul als geneesmiddelen voor eeuwige wonden. Verder merkten ze dat ze direkt weer moesten vertrekken, vanwege de dreigende lucht, die hun zuurstof begon af te nemen. Thuisgekomen na een lange reis werden de vrouwen en de overige mannen met het sap ingesmeerd, en begonnen wonderbaarlijk te herstellen. Agdan vroeg zich echter af

319 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication