ruimtelijke volgordes zouden veranderen. De tovenaar ging op een bootje over de ijsrivieren, op zoek naar meer wijsheid, meer inzicht, in dit grote kwaad. Het leek op een web van nachtmerries, en bedrieglijke dromen lokten slachtoffers hiervoor. Het zwaard van dromen was op de rug van de tovenaar, rustend als een wachter, en soms greep de tovenaar het en had hevige gevechten. Gevechten tegen de beesten die zich verborgen hielden in het ijs en de ijs-rivieren. De tovenaar droeg een duister geheim met zich mee : de Klok van Tamin, die door bewegende, ondoordringbare duisternis de ruimtes had gescheiden, waardoor er een magische tijd ontstond. De duistere wachters van de Klok van Tamin hadden een doel : het vernietigen van de drakenspiegel van ijs. De tovenaar had deze klok geerfd van zijn voorouders, en had altijd in zijn kasteel gestaan. Al deze wachters van de klok droegen een kaart van duisternis. De tovenaar had de klok uit zijn knapzak gehaald. Het was een klok van een speciaal soort kristal, een kleine klok. Hij aaide de klok, en sprak er tegen. 'Veertien uren in een klok, veertien kaarten, de wachters van de magische tijd,' sprak de tovenaar. Toen kuste hij de klok. De tovenaar kwam aan bij een grote waterval van ijs, waar een groot orakel van ijs was. 'Welaan, met veertien bevroren wachters komt hij aan, zoekende naar de sleutel om hun hart te verwarmen en tot leven te brengen, om het grote kwaad van de drakenspiegel van ijs te bestrijden,' sprak het orakel. 'Zijn wij niet allen bevroren in het land van de draak ? Oh het kwaad gaat diep. Wat kun ik voor u doen ?' 'Precies wat u zegt,' sprak de tovenaar. 'Ik zoek deze wachters van mijn klok tot leven te brengen.' 'Ik kan u niet helpen,' sprak het orakel. 'Help uzelf.' De tovenaar was woedend, en sloeg het orakel aan stukken met zijn staf. Hij wist dat het orakel niets anders dan een spotter was. In de spiegelrijken van de drakenspiegel van ijs vond de tovenaar zijn eigen kasteel weer, maar het was hier heel anders. Hij herkende het bijna niet meer terug. 'In ijs zitten we allen opgesloten, Waar het ijs ons verstand infecteert, Schept het zijn eigen realiteit, De realiteit van de draken spiegel van ijs, Oh, wie kan die spiegel verbrijzelen ? Of zijn wie gedoemd hier voor eeuwig te verblijven, Och, tijd is maar een leugen, In het beste geval een metafoor,
322 Online Touch Home