332

Hij durfde er niet met de vrouw die hem tot het kamp had genomen over te praten. Hij trilde in wanhoop toen hij wakker werd, en durfde niet meer te slapen. Maar na een tijdje werd hij weer zo moe dat hij in slaap viel, en weer namen de wilde nachtmerries hem mee. ´In bloed heeft zij zich gewassen. Zij staat op met boog en speer, Klaar voor de jacht, en zij neemt je mee, In de duisternis zoekt zij naar prooi, Dan begint de grote jacht, Zij zal niet loslaten wat zij heeft gezien, Haar speer zal het doorboren, Zij roept je op tot de jacht, Om te worden als haar, Maar onbereikbaar is zij, Zij is de pest der nachtmerries´ ´Ik kom tot je in bloed, Om je mee te nemen over de zeeen des doods, Om je geheimen te leren, Mijn duistere hart roept je naam, Ik heb geen hart, het is een masker, Het enige hart wat ik heb is jouw hart, Jouw hart is mijn hart, Ik heb het geroofd en gaf je nieuw leven´ 'Er zijn grote geheimen in de zeven woestijnen des doods, Van hieruit ging alles verkeerd, Waar zij kruizen is de stad Texab, Waar de steen des doods bewaakt wordt.' Hij had van de beker van Nakordonne gedronken om tot de onderwereld te gaan, om zo de veertien bevoren wachters van de klok van Tamin, de spiegel van duisternis, te ontdooien en tot leven te wekken. Hij was op de zee van wilde dromen.

333 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication