50

vele onbekende monsters. Tovenaar Lunera zat achter zijn bureau. Hij was een boek aan het lezen. 'Wie ben jij,' zei hij zonder op te kijken. Prins Fontein begon direkt zijn verhaal te vertellen. 'Draken zei je ?' vroeg de tovenaar. 'Ach jongen, het is zo'n koud kunstje om zelfs de grootste draken in slagroom te veranderen, zonder ze eerste naar keukenkelders te brengen, zonder al dat gedoe met geleerden en koks. Luister.' De tovenaar liet hem een boek zien. Het boek heette : 'Het Geheim van de Gulden Draak.' 'Hier staat het,' zei de tovenaar. 'Je moet op zoek gaan naar deze gulden draak, die een boom met bijzondere vruchten bewaakt. Als je deze vruchten plukt en naar een draak gooit, dan veranderen ze direkt in slagroom. Daarom wordt deze boom zo streng door de gulden draak bewaakt. Er bestaat maar één zo'n boom, en de draken zijn bang dat iemand die boom ooit vindt.' 'Maar waar kan ik die boom vinden dan ?' vroeg prins Fontein. De tovenaar gaf hem een sleutel en zei : 'Ga naar de heksentuin van Gradore, open het hek, en vraag aan Gradore waar de gulden draak is.' De prins ging direkt op pad. De heksentuin was achter het bos, een soort paradijs. Daar aangekomen opende hij het hoge gouden hek met een sleutel. 'Wat kom je doen,' krijste een oude vrouw. 'Ik kom voor de gulden draak, waar is hij ?' vroeg de prins. 'Kom maar mee,' zei Gradore. 'Hij leeft in het ravijn. Er zijn wel meerdere dommeriken geweest die hem hebben geprobeerd te temmen, maar tevergeefs. Niemand is ooit teruggekeerd van dit ravijn.' Er was een trappetje langs de ravijn waarmee je naar beneden kon. In de verte was de boom te zien met glinsterende vruchten, en een gouden draak die ervoor lag, en die op een slang leek. Snel ging de prins naar beneden. Dit zou een gevaarlijk spelletje worden. De draak zag hem bijna direkt en snelde op hem af. De prins trok zijn zwaard. De draak liet zijn tanden zien die als een sneldraaiende malen waren. De prins kon net op tijd opzij springen en verborg zich achter de trap. Langzaam liet hij zich naar beneden glijden. Na een tijdje stond hij op de bodem van het ravijn. Langzaam liep hij naar de boom toe. De draak was in geen velden of wegen te bekennen. Maar plotseling kwam de draak van achter de boom tevoorschijn. De draak was ziedend, en weer verstopte de prins zich achter de trap. Ditmaal kwam er vuur uit de bek van de draak, en het ging dwars door de trap heen, waardoor de prins zijn schild moest trekken. Het vuur ging maar door en door, en de prins begon het wel heel erg heet te krijgen. Van boven kon de prins de tovenaar zien komen, die een gouden vogel op de boom afstuurde. Maar de draak begon meerdere koppen te krijgen die als lange slangen werden, de boom vurig bewakende. 'Het heeft allemaal geen zin,' riep Gradore vanaf de top van het ravijn. De gouden vogel was nu erg dichtbij de boom gekomen, maar één van de koppen had hem bijna te pakken. De prins trok zijn boog, en een pijl, en mikte vlak op een takje wat een vrucht vasthield. Het takje vloog los, en de vrucht viel boven op één van de koppen van de draak, die direkt in slagroom begon te veranderen. Ook de rest van de draak begon al snel te smelten. 'Goed werk,' riep de tovenaar. Ze namen nu zoveel mogelijk vruchten mee die ze bij de tovenaar in de tuin plantten, en waar zo veel meer van zulke bomen konden groeien, en een

51 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication