Het Gedwongen Chocola Een oud vrouwtje leefde helemaal alleen in het bos in een klein huisje. Ze staarde naar buiten. Ze kon de bomen goed zien. Daarna staarde ze naar haar gedroogde vlinders die ze als kind had gevangen. Voor haar gevoel miste ze nog een paar kostbaren. Ze had haar net nog dichtbij haar, klaar om de ontbrekende exemplaren te vangen. Altijd was ze op zoek. Niets dan leugens zweefden in de lucht, haar beschuldigende. Ze wilde deze leugens vangen, opdrogen en inlijsten. Ze was vol van haat. Ze kon het gelach van de plagende spotters om haar heen niet meer aan. Elke dag weer probeerden ze haar neer te halen, al vanaf het moment dat ze wakker werd. Ze leken op kinderlijke kleine elfjes, met brutale gezichtjes, als vlindertjes vrolijk dartelend om haar heen. Ze haatte kinderen op die manier, en ze droeg dan ook een duister geheim in haar binnenste. Soms sloeg ze met haar schepnet om zich heen, en riep : ‘Is het nu afgelopen.’ Maar de laatste jaren ving ze niks meer. Ze droeg een duister geheim van binnen. Ze wilde hier niet aan denken, en met niemand over praten. Ze was het vechten moe. Niemand zou haar begrijpen, en niemand zou sympathie voor haar hebben. Langzaam schonk ze wat thee in voor haarzelf. Buiten vlogen wat vogeltjes waar ze naar keek. Ze snapte niet waarom zo’n jonge geest als zij opgesloten moest zijn in zo’n oud lichaam. Zij zou oud worden in de armen van een ieder die haar aan zou raken, en daarom bleef ze ver van de mensen vandaan. Overdag werkte ze aan haar maaltijd voor de avond, en zorgde ze dat het huisje voldoende schoon bleef. Ook deed ze wat handwerk. Ze was ver weg in haar gedachten. Niemand kon haar bereiken. Ze was bitter geworden. Ze wist niet dat er wat verder in het bos wonderbomen stonden. Ze kwam niet verder dan haar eigen tuin. De bomen werden bewaakt door dieren, zoals katten, slangen en konijnen, orakels. De bomen zouden haar naar boven leiden, maar ze zag hen niet. Ze zag alleen de kabalerige vliegende deugnietjes om haar heen fladderen. Maar op een dag was ze als door hypnose geslagen, en liep haar tuin uit door het tuinhekje. Ze wilde even het bos in, niet zo ver, maar even ergens anders zijn. Een konijn stond voor een boom, en wenkte haar. Ze kwam dichterbij en keek in de ogen van het konijn. Waarom komt u niet in deze boom wonen, zei het konijn. De top van de boom draagt een geweldig huis. - Hoe kom ik daar, vroeg het oude vrouwtje. Maar toen was het konijn weg. De vrouw wist niet of ze het konijn kon vertrouwen, liep door, en gleed in een onder het mos verborgen put. Ze viel gelukkig zacht, en op de bodem van de put stond een kat voor een deurtje. ‘Heus,’ zei de kat, ‘er is een ander leven voor u. Welkom binnen in uw nieuwe huis.’ En ineens was de kat verdwenen. De vrouw wist niet of ze de
68 Online Touch Home