8

De Wonderlijke Boekenkamer van Oom Benno Hoofdstuk 1. Ziek Bertram had een boze tante en een vreemde oom. Ze hielden hem opgesloten in een kamer. Hij was altijd ziek, en mocht nooit uit zijn kamer. Zijn eten werd gebracht. Hij mocht dus ook niet naar buiten, maar dat zou hij waarschijnlijk ook niet kunnen, omdat hij te ziek was. Zijn boze tante was de rode heks, en zijn vreemde oom was oom Benno, ook een heks, en een tovenaar. Oom Benno had een boekenkamer, waar een heleboel indianenboeken stonden. Ook stonden er vele andere soorten boeken. Bertram mocht daar beslist niet komen. De goudvis had gezegd dat Bertram in de boeken de sleutel tot zijn ontsnapping kon vinden. Op een nacht hadden zijn oom en tante vergeten zijn deur op slot te doen. Stilletjes sloop Bertram uit zijn kamer, en liep de boekenkamer van oom Benno in. Bertram griste direct een indianenboek uit de boekenkast. En toen nog één, en toen nog één, en liep toen snel naar zijn kamer terug. 'Ik moet ze maar goed verborgen houden,' zei Bertram tegen zichzelf, en ze alleen 's nachts lezen wanneer oom en tante slapen. Het was nu 's nachts, dus Bertram begon direct te lezen. 'Horlepiep,' zei Bertram tegen zichzelf, wat gebeurt er nu ? Ik ben helemaal duizelig ineens. Hij had de eerste bladzijde van een indianenboek opengeslagen, en werd helemaal warm van binnen. De letters duizelden voor zijn ogen. 'Hoofdstuk één,' las hij. Hij hoorde wat schoten, en gezwiep van een zweep of lasso. 'Hoe kan dat ?' vroeg hij zichzelf af. Hij klapte het boek dicht, maar het was al te laat. Toen hij opkeek was hij in een woestijn, een prairie. Twee cowboys stonden voor hem. 'Wat moet dat daar ?' zeiden ze. Toen ineens vielen ze beiden naar voren. Ze hadden pijlen in hun rug. Een groep indianen op paarden namen Bertram mee. In het kamp merkte Bertram dat hij vastgebonden was. Ze brachten hem naar een paal, waar hij aan vastgemaakt werd. 'Laat me los,' zei Bertram. 'Ik ben ziek.' 'Niks mee te maken,' zeiden de indianen. 'Wat gaan jullie met me doen ?' vroeg Bertram. 'Dat zul je nog wel zien,' zeiden ze. Bertram begon te huilen. Zijn oom en tante hadden hem weleens verteld wat indianen met hun gevangenen doen. Hij werd naar een grote ketel gebracht even later. 'Gaan jullie me opeten ?' huilde Bertram. 'Nee,' zeiden de indianen. 'Jij moet vanaf nu voor ons koken.'

9 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication