10

Hoofdstuk 5. Diepere betekenissen van Kaïn en de slang van mozes Vannacht had ik een droom over het ouderlijke huis in de ouderlijke slaapkamer waar een man genaamd Malang hele speciale drop verkoopte. De dropjes waren heel groot en stelden bijbelboeken voor, zoals één dropje stelde Numeri voor, 'in de wildernis' in het Hebreeuws, bemidbar. bemidbar kun je ook ontleden als b-m-dbr, als het woord (dbr, hebreeuws) van de voet, de nomadische (b, egyptisch) eenzaamheid (mau, egyptisch). Een heleboel mensen vrezen daarom de wildernis, omdat het een beeld is van de eenzaamheid waar je je niet meer achter een groep, een masker, kunt verschuilen. Het is een beeld van de naaktheid, de ontmaskering, de openbaring. Ik besefte me dat deze ontmoeting heel lang geleden was, en ik kocht tien grote dropjes van de man, en had er al één in mijn mond gedaan. Hij zei toen dat de prijs honderd euro was, dus tien euro voor een dropje. Ik was boos dat de prijs zo hoog was, maar ja, het waren bijzondere dropjes. Ik vroeg hem waarom hij de prijs zo hoog had gemaakt, of het niet goed met hem ging ofzo, omdat sommigen hun prijzen verhogen als het niet goed met hen gaat. En toen gaf hij een wazig verhaal over dat dat weleens zo kon zijn. In ieder geval moest ik deze dropjes wel nemen, want er zaten belangrijke stoffen in, dus heb ik uiteindelijk die hoge prijs betaald. Het was voor het goede doel. Daarna had ik een droom dat mijn huis veel groter was in natuurgebied. Er werd gebeld, en ik was nog maar half wakker. Ik wist dat ik eigenlijk nog zou moeten dromen, maar ik deed toch de deur open. Er stond een groep mensen met een jongen. Ze konden de jongen niet meer herbergen, of wilden het niet. Zijn zussen waren er ook bij. Hij vroeg of hij bij mij onderdak kon krijgen. Ik zei dat ik hem nog niet kende, en dat ik nare ervaringen had met zomaar mensen in huis te nemen, dus dat ik hem eerst wilde leren kennen. Ik zei er wel bij dat ik hem zou helpen voor een oplossing. Ik was nog maar half wakker, en ik besefte dat ik ook allerlei opvang centrums had voor daklozen, dus daar zou hij ook naartoe kunnen. Ik ontmoette toen de godin Numeri, wat dus een wildernis dynamiek is, als de godin van de eenzaamheid, maar de eenzaamheid is slechts een beeld van het persoonlijke contact, de persoonlijke ervaring, met de wildernis. We kunnen ons in die zin niet achter de ander verschuilen, of zeggen : 'Oh, die en die heeft het gezegd, dus zal het wel waar wezen,' of 'daar en daar staat het geschreven, dus moet het wel de waarheid zijn.' Neen. De mens moet 'alleen' komen. Daartoe was de slang in de woestijn gekomen, het touw in de woestijn. Het was het touw van de eenzaamheid, van de persoonlijkheid. De mens moest stoppen 'de groep' als een excuus te gebruiken. In het Egyptisch wordt de god(in) van de wildernis ook wel Seth genoemd, wat ook verbonden is aan Isis (aset) en Anubis, de gids van de eenzamen in de wildernis. Eerst werd het volk in de wildernis gebeten door de slangen, opdat hun groeps-ego zou afsterven. Toen mochten ze persoonlijk tot leven komen door naar de slang van de wildernis te kijken. De Egyptenaren waren niet gek. Ze beschreven filosofisch en caleidoscopisch de dynamieken en

11 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication