spraken toch wel, of je nu iets zei of niets zei. Ze verdraaiden het zoals zij het wilden. Daarom waren de massa's de grote vijand, en die moesten bedrogen worden. Nietzsche predikte voor de eenling, niet de massa's. Dat had hij van Napoleon geleerd. Het kwam van Plato's 'nobele leugen'. Het was een noodzakelijk filosofisch principe om niet je schuilplaats aan de massa's te verraden. Het was een absolute noodzaak in het ontsnappings proces uit de giftige klauwen en kerkers van de massa. De massa was een totaal uit de hand gelopen, hysterisch, blind monster wat eenlingen zocht om hen te verslinden en in hem op te nemen, te assimileren. Er mocht geen medelijden met dit monster zijn, stelde Nietzsche, want dan zou de eenling eraan gaan. Dit monster was puur diabolisch, en je zou alleen maar jezelf bespotten en vernietigen door het ook maar een greintje medelijden te geven, want dit beest had geen greintje medelijden met jou, en zocht je te vernietigen. Het was een gevecht op leven en dood. Napoleon stelde dat wat voor de eenlingen het tijdperk van de illusies is voor de massa's het tijdperk van geluk is. Geluk stond boven kennis, boven de logos, bij de massa's, door het kudde instinct, stelde Nietzsche, en dat was tegelijkertijd het probleem. Het was zo'n vervalste en diep gevallen moraal dat Nietzsche noodzakelijkerwijs moest stellen dat de immorelen moesten komen. Dat zou de enige sleutel zijn, en dit ging hand in hand met het nihilisme. Er moest een nieuw immoralisme komen als een Napoleonistische beeldenstorm, en dit moest leiden tot de hogere rede, de logos. Napoleon wist wanneer hij zich moest terugtrekken. Hij stelde dat de vijand nooit verstoord moest worden wanneer het bezig was een grote fout te begaan. Hij wist wanneer hij niets moest doen en niets moest zeggen. Hij stelde dat de ware rijkdom niet ging om bezit, maar om het juiste gebruik maken van bezit. Ook stelde hij dat de mens niet teveel met maar één speciale vijand moest vechten, want dan zou hij zijn eigen oorlogskunst teveel verraden. Napoleon wist dat het er om ging de massa's te slim af te zijn. Voor Napoleon was het volharden in vermoeidheid belangrijker dan moed. Moed is vaak overmoed. Er zijn andere paden die de eenling moet nemen. Hij stelde dat een mens nooit meer moest doen dan nodig was, en dat het geestelijke het in de lange term zou winnen van het grijpen naar de wapens. Napoleon riep daarom op tot geduld, boven het gebruiken van moed. Moed was zwaar overdreven door het kudde instinct. Hun moed had hen in de problemen gebracht, want het was overmoed. Ze wilden zich niet vermoeien met de diepere filosofie. Ze gooiden hup hun parels voor de zwijnen, kwakten het zo allemaal onbeschaamd op tafel. Een dwaas is altijd tevreden met zichzelf, stelde Napoleon, niet door enige kennis verhinderd. Zij met kennis zijn nooit tevreden met henzelf. Alleen volharding zou naar de uiteindelijke overwinning leiden. De massa's waren zwak in de ogen van Napoleon. Ze bogen te snel voor elkaar, en voor allerlei lagere driften. Ze hadden geen discipline. Nietzsche stelde dat ze rustig door konden gaan met hun kerkje spelen en het volgen van het democratische kudde instinct, want uiteindelijk zouden ze inzien dat ze het Nietzschistische nihilisme nodig zouden hebben, en dan zou alle knie buigen en elke tong belijden, omdat het kudde instinct zichzelf en anderen zou verzwakken en aanvallen. Het was allemaal slechts zelfvernietiging, en dit zou uiteindelijk Nietzsche's voordeel zijn. Napoleon had geleerd hem niet te laten ingrijpen wanneer zijn vijand een fout maakte. Op het strijdveld is niemand boven de ander. Napoleon wist dat als hij heengaan, dan zou alles weer verder stromen als een rivier, en de massa's zouden weer onverstoorbaar verder gaan, maar uiteindelijk zou het weer afnemen, want glorie was maar tijdelijk, en alleen obscuriteit was eeuwig. Een ware soldaat zou er lang en hard voor vechten. Napoleon stelde dat religie het snoep was voor gewone mensen om hen rustig te houden. Het was de narcose voor de kudde wanneer Napoleon ging opereren. Hij wist dat religies door de massa's zelf waren gemaakt. Hij wist dat verbeelding de wereld regeerde. Hij wilde de massa's niet meer gehoorzamen. Hij wist dat er maar een hele dunne lijn lag tussen het geniale en de krankzinnigheid. Hij haatte de medische industrie, en zwoor bij het natuur medicijn : water, lucht, en hygiene. Hij stelde dat dokters in het hiernamaals verantwoordelijk zouden staan voor meer verlies van levens
101 Online Touch Home