134

Ik hield een wit t-shirt voor mijn lichaam, wat ik ook al voor mijn lichaam hield toen die vrouw was binnengekomen. Ik ben toen teruggegaan naar de bijkamer, naar de boeken. De orthodoxe kerk zag ik verder afdwalen in een visioen om met de valse Barbelo te hoereren, een valse Christus, waar alles draait om snelle sex en veel bloed. Ik kreeg meer een soort idee dat Barbelo's huis een klooster was, en dat iedere eenling die hier kwam moest kiezen tussen de demonologie en de orthodoxie. Natuurlijk was deze droom zwaar symbolisch, zwaar allegorisch. Er was een soort huwelijksband, of relatie-band. Ik zag er allerlei vroegere relaties doorheen. Ze leek ook op een jeugdvriendinnetje. We waren dan op een bepaalde manier verliefd, kalverliefde, maar ik negeerde haar. Ik kon gewoon geen stappen zetten, en ze was toen een keer bij me, en ze zat op een tafel en ik hoorde gekraak, en ik had ineens een heel vreemd visioen van hondenpoep. Ik heb toen alles los geprobeerd te laten, maar het lukte me niet echt. Wel bleef ik haar gewoon veel negeren, maar van binnen vrat er iets. Ik kon niet met en ik kon niet zonder. Ze was atheistisch, geloofde in het goede van de mens, humanistisch. We konden er op de een of andere manier niet mee omgaan met de gevoelens die we voor elkaar hadden, dus we schreven elkaar vaak brieven. Ik be-evangeliseerde haar. Dat vond ze niet fijn. Ik stuurde haar hele lange brieven over het christendom. Later toen ik al met iemand anders was getrouwd, en zij ook getrouwd was, kreeg ik een brief van haar dat ze tot geloof was gekomen, naar de kerk ging en dat haar kind was gedoopt. En dat terwijl ik verder was gegroeid, en haar nooit reformatorisch had be-evangeliseerd, maar ze was nu eenmaal omringd met reformatorische christenen, en dat gaf uiteindelijk de doorslag bij haar. Onze brieven naar elkaar waren toen heel kort, en we gingen beiden onze eigen weg. Maar om even terug te komen op dat visioen van hondenpoep : de orthodoxe christelijke kerk was naar ons op jacht, bloedhonden. In de droom renden ze in een visioen hysterisch rond en poepten alles onder. Alleen de dobbelstenen gaven mij uiteindelijk doorgang, de logistiek, als een beeld van de heilige gebondenheid. Daarom is de andere zijde ook zo belangrijk, van het evangelie van Judas, het zaad van Seth. De mens moet terug tot het oer, tot het oerbewustzijn, en ook het gnostische christendom overstijgen, op het pad van de logistiek van de filosofie. De dobbelstenen, en daar had ik vroeger ook over gedroomd, leiden door de wildernis terug tot het land Nod, op het pad van Kaïn. Ook Heracles droeg deze dobbelstenen, waarmee hij contact had met de onderwereld, waarmee hij logistieke profetische informatie doorkreeg, als een soort urim en thummim, jana en jani, toetsstenen. Dat is uiteindelijk een beeld van de oermelk, wat ook de betekenis van Heracles is, de orakels van Here, haar melk, de oermelk. Wat verwachten we te vinden in de heilige graal ? Wat is de heilige graal ? Er zit oermelk in, en is als een zakje met dobbelstenen, waarvan ook de zaadzak met de teelballen een beeld van is. Dobbelde de orthodoxe kerk om het bezit van Heracles ? Ongetwijfeld. Ze verscheurden het en maakten er het evangelie van Jezus Christus van. Ook de gnostische christelijke kerk dobbelde om het bezit van Heracles. Heracles moest met deze gedrochten worstelen op het pad van Areta, aan het kruis van Areta, wat een groot en zwaar lijden was. Hij moest zo komen tot de moederborsten van Areta, haar dobbelstenen, om zo tot de oermelk te komen in de diepte van het oer-onderbewustzijn. Zoveel vals bewustzijn moest sterven van zowel de orthodoxe kerk als de gnostische kerk. Bloedhonden die overal rondrennen als hysterische, dolle gekken, en dan alles onderpoepen. Dat is wat de kerk is, maar wat is het ? Wat betekent het ? De kerk gooit altijd het kind met het badwater weg, altijd. Ze poepen dus alles overmatig uit. Altijd lopen ze poepend rond. Dat is de schizofrenie van smetvrees. Bij het minste of geringste beginnen ze te poepen. Het komt hun oren en hun neusgaten uit. En dan willen ze nog veel sex hebben ook. Het is allemaal te walgelijk voor woorden. De kerkelijke mens is een totaal belachelijke karikatuur van het oer. Dat is waar de moderne samenleving op gebouwd is : op hondenstront. Hopen en hopen hondenstront, en als parasieten vieren ze er feest in. Wat een absurde, belachelijke vertoning, en ze zijn steke steke blind, van 'mijn

135 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication