60

Monotheïsme en polytheïsme zijn dus metaforische principes binnen de filosofie, en daar moeten ze blijven. Ook hadden de Egyptenaren vele termen voor hetzelfde, zodat er genoeg nuances waren en de mens niet vastgroeide. Ook schreven ze deze termen op verschillende manieren, waardoor ze zich niet zo druk maakten om schrijffouten, zoals de monotone mens vandaag vaak is. De moderne mens heeft vandaag de dag een smerig taal monotheisme gemaakt, wat gelijk staat aan zoutophoping. Het is taal terrorisme. De mens mag zich afvragen : Wat win je ermee het kwade te doen ? Dieren, je medeschepselen, het licht in de ogen niet gunnen door je vraatzucht, je tafelschuimerij. Kinderen giftige troep in de mond laten spuiten bij de tandenbakker waardoor ze vroeg of laat zware mentale en lichamelijke problemen van kunnen krijgen, of nog erger, en dan ook nog eens allerlei misselijkmakende etiketjes op het kind drukken wat je eigenlijk zelf hebt veroorzaakt, en ga zo maar door. Maar ook daar heeft de mens wat op gevonden. Ze noemen gewoon het goede het kwaad, en het kwade het goede. Dit werd zelfs al door de bijbel aangegeven, ironisch genoeg. Het is een boek van oude wijsheden van de voorouders, maar ook enorm domme drogredenen, met name in de latere vertalingen. Sommige mensen zeggen dan : 'Tja, de bijbel,' maar ze kunnen niet ontkennen dat er ook weer hele waardevolle dingen instaan. Vaak hebben ze dit uit andere culturen overgenomen, dus dat maakt het ook weer heel interessant. De bijbel is dus een schakel in het geheel, soms heel belangrijk, en soms minder. Soms sta je dan machteloos tegen zo'n systeem als je ziet hoe het je kinderen rampaneert, zoals ook het onderwijs systeem. Vaak kunnen we ijzer niet met handen breken, lieve mensen. We leven in ballingschap. De buitenaardsen zijn allang gekomen, ook de goeden, want die lijden met ons, en strijden aan onze zijde tegen het grote kwaad. Daarvoor is de demonologie, en die puzzel mogen wij oplossen. Als we kijken naar de twaalf grote werken van Heracles in de stoïcijnse mythologie, op het pad van Areta, dan zien we hierin niet alleen parallellen met adam, maar ook met christus, de tweede adam, en de twaalf werken zijn dan de twaalf discipelen. Heracles is een beeld van de stoïcijnse demonologie. Vraatzucht of tafelschuimerij, pannenlikkerij is een piraatse bezigheid van het stelen van de massa's, het snoepen van de doxa, het massa geloof. Op het pad van de eenling is dat de verleiding dat je het voortijdig, overmoedig en roekeloos afbreekt, om jezelf weer te offeren aan de massa's, om hun goden na te lopen. Een van de twaalf werken die Heracles moest verrichten was dus dat hij moest gaan naar de tuin van de Hesperiden om de slang die de appels van de gnosis bewaakte te verslaan, en om die appels daar weg te nemen. Het werden ook wel de twist appels genoemd van grote worsteling, die Heracles dus nodig had op het pad van Areta, oftewel voor de demonologie. De appels waren ook een beeld van het karakter van de Hesperiden, die twistzuchtige vrouwen waren. De tuin lag ergens onder Libië in Afrika. De slang was ook een schaapherder, als beeld van de kudde mentaliteit, het massa geloof, de doxa, waardoor Heracles ook een soort Kaïn rol had. Toen Heracles de slang had afgeslacht klaagden de Hesperiden verschrikkelijk, dat hij een wilde bruut was, dat hij zomaar hun appels durfde te stelen en hun slang te doden. Ze vonden het een enge, wrede man, die boos keek met wilde ogen, gehuld in een leeuwenvel, zwaar bewapend met knots en pijl en boog, waarmee hij hun monster velde. Hij was dorstig en zocht overal naar water, en trapte zo met zijn voet tegen een rots aan waarna het water er uit voort begon te gonzen, en hij begon er gulzig van te drinken met zijn handen en borst op de grond, als een beest. Zo beschreven zij Heracles. Het was zijn elfde werk.

61 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication