83

Ik had een droom over dit volk. Ik was in een gebouw en ik keek naar buiten door het raam en ik zag ze aan de natuurrand. Sommigen waren ook in het gebouw, maar hun volk was er net buiten. Degenen die in het gebouw waren die hadden gewoon sex in een openbare ruimte. Ik keek dus naar buiten en zag ze daar met hun caravans. Ze waren naakt en allemaal wit, ook de vrouwen. De vrouwen hadden dikke make up en waren gewoon stads, materialistisch. Ze hadden allemaal stadse artikelen. Ze noemden zich wilden, maar ze waren het niet. Ze vroegen of ik ook bij hun stam wilde horen, maar ik zei dat ik liever dan in het gebouw bleef, want daar moest ik zijn voor iets. Ik zei dat ik niets met dit soort naaktheid te maken wilde hebben. Het was totaal ongeproportioneerd, totaal ongepast en in de verkeerde setting. Het waren net evangelische christenen. Maar ik wilde het pad van de eenling gaan. Ik wilde niet ergens blijven steken in zo'n groep. Ze verkochten dus wat : gasmaskers, maar tegen wat ? Het waren ademhalingssystemen. Mensen moesten leren ademhalen zoals hen. Het was een bepaalde code van hun religie. Deze parasieten kwamen door de nazi's in 1941, in buitenaardse invasies. Zo werd de mens nog meer losgesneden van de natuur. De mens moest allerlei luxe apparatuur kopen. Dat moest hun lichaam op. Zo is dat ook in de medische dictatuur gegaan. De mens werd gedwongen tot plastische chirurgie op de buitenbotten, in de mond. Dat waren die ademhalingsapparaten, die gasmaskers, opdat de mens onder controle van deze Pluto cultus zou komen, deze randdebielen. Ook Nederland werd door de nazi's in het broederverbond gedwongen. De nazi's beschouwden Nederland als een Germaanse broederstam. De nazi's hadden hier en daar stukjes geroofd uit Nietzsche's grote bibliotheek, en het geheel uit de context gehaald. Ze maakten hier iets heel anders van. Nietzsche predikte tegen onverschilligheid, tegen inspiratieloosheid, tegen gewoonheid. Dat moest vernietigd worden, vernietzschigd. Hij predikte tegen eenzijdigheid, want juist dat bracht de mens tot de afgrond. Nietzsche was een filosofisch demonoloog, door de materialistische, gemakszuchtige nazi's geheel verletterlijkt, tot lagere vormen gemaakt. Nietzsche had er een afschuw tegen. De nazi's kenden het woordenboek van Nietzsche niet. Ze gingen gewoon met woorden op de loop en gaven hun eigen betekenis eraan, grafrovers als ze waren. Nietzsche waarschuwde dat de laagste naturen henzelf als wetten voorschrijven voor de hogere naturen, wat ze algemeen kiesrecht noemen, zoals Plato ook tegen de valse democratie streed die geheel door de lagere emoties werden geleid en niet door de hogere rede. Nietzsche predikte juist dat de volheid van de natuur alleen kon verschijnen als de rassen gemengd zouden worden, als de mensen van elkaar en van elkaar's culturen en religies zouden leren, en op langere termijnen zouden denken in plaats van altijd maar weer snel naar het zwaard te grijpen, zoals wat blind geloof doet. Nietzsche predikte over het gevaar van het kortzichtige christendom. Nietzsche streed tegen de voorafgestelde waarheden. Deze strijd noemde hij de nieuwe moed. Heb moed om te breken met dat wat de massa zich aan je oplegt. Heb moed om te breken met de systemen waarin je weerloos werd opgevoed. Dat is het pad van de eenling. Breng er je offers voor. Het kost je alles, en alleen zo kun je elkaar herkennen. Nietzsche stelde dat er een onzichtbaar ras in de mensen was doorgedrongen, een lagere, corrupte natuur die de instituties die de waarde van de mens vormen overdrijft. Het is een soort rasverheerlijking en mensverheerlijking waar de nazi's later schuldig aan zouden staan. De waarde van de mens zouden ze gelijkstellen aan de waarde van God. Nietzsche waarschuwde tegen dat gevaar, tegen dit ras. Hij voorspelde de komst van het nazi ras. Het was iets onzichtbaars wat in de hersenen van de mens probeerde binnen te dringen. Het was een oorlog in de geestelijke wereld. Nietzsche had het niet over huidskleur, nationaliteit of afkomst, niet iets wat door geboorte werd bepaald. Het was iets wat aan het broeden was in het denken van de mens, wat een beroep deed op de lagere emoties van de mens. Hij waarschuwde dat de kerk hier al mee bezig was. De kerk zond altijd maar weer de grote intellectuelen naar de hel, alle interessante mensen. De kerk wilde de hogere natuur niet. De kerk wilde het intellect niet, maar de lagere emotie als drijfveer. Nietzsche stelde dat de kerk moedwillig naïef was. Er was gerommeld met de woorden en betekenissen van goed en kwaad. Het intellect zou veel verder gaan dan slechts

84 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication