89

van de nazi's. Ze hadden van Nietzsche een karikatuur gemaakt, een spotprent. De mens moet terug tot de jaren 1800 waarin de Nietzscheaanse natuurbron begon op te komen. Het apparaat van kennis in de mens, zo stelt Nietzsche, is niet gericht op kennis, maar om dingen te krijgen en te bezitten. Dit doet de mens door alles te versimpelen en te verdraaien, ver van de oorsprong vandaan, ver van de natuur. De mens moet terugkeren tot het biologische centrum van binnen, door bewustzijn, wat zich automatisch zal verdiepen. Het begint allemaal heel extern en alleen met impressies, maar dan zal de mens steeds dichter tot het centrum komen. De mens moet niet slechts gericht zijn op het overleven, maar op het grotere organische geheel. Nietzsche stelt dat de mens maar wat bazelt, ook filosofen, omdat ze bevooroordeeld zijn. Ze prijzen het licht boven de duisternis, omdat het licht duidelijkheid brengt, het koudste denken, het meest logische, en dit oppervlakkige denken is goed voor de markt, nuttiger voor het leven, maar Nietzsche vraagt zich af met welke maar gemeten is dat dit een waarheid zou moeten zijn ? Nietzsche is niet overtuigd. Alles is juist veel te simpel en duidelijk gemaakt, zodat er juist heel veel wat belangrijk en noodzakelijk is weg is gedrukt. Daarom is voor Nietzsche het duistere pad belangrijk, waarin er niet te snel naar allerlei dingen gegrepen wordt, maar dat de mens leert denken, en goed gebruik maakt van het verbeeldingsvermogen en dit niet misbruikt. Nietzsche beschuldigt de samenleving van overprecisie van actie. Pietje Precies heeft de verziende vermogens om zeep geholpen, de innerlijke zintuigen die de mens nodig heeft om dieper in de innerlijke wereld te komen, maar die verziende vermogens zijn van veel diepere oerinstincten, ook al brengen ze veel onzekerheid. Hij beschuldigt psychologen ervan het dichtbije van hogere waarde te voorzien dan dat wat van ver is, want juist het verre is nodig, ook al is het obscuur en onduidelijk. Vaak is bewustzijn helemaal niet nodig, stelt Nietzsche, en vaak is het een sta in de weg. De mens moet de waarde in leren zien van het duistere en onzekere, dat wat niet in het bewustzijn zit. Dat is een veel grotere uitdaging voor de mens. De mens grijpt veel te snel naar bewustzijn en maakt dan overhaaste eenheden, die dan gaan voelen, willen en denken, met alle gevolgen daarvan. Zo worden er valse werelden en realiteiten geschapen door vals, overmoedig bewustzijn, omdat de mens alles in potten en kruiken wil hebben, alles in hokjes en vakjes. De mens is eraan verslaafd, en zo kent de mens de weelderigheid van de natuur niet meer. Dat wil de mens ook niet kennen. Het overschatten van het bewustzijn is volgens Nietzsche totaal absurd. Hij noemt het een grote blunder van de mensheid. En dit bewustzijn heeft de mens tot God gemaakt, wat een heel laag en menselijk bewustzijn is. Volgens Nietzsche moet er een veel hogere wiskunde komen. Hoe groot en sterk een geloof ook is in iets, dat is niet een bewijs voor de waarheid. De mens gooit met woordjes zoals geloof, kracht enzovoorts, maar het is waar de mens zich achter verschuilt. Alles hebben ze versimpeld om het voor hen nuttig te maken, ver van de waarheid vandaan. Het lagere ras van het ego ziet de definitie van waarheid als dat wat het gevoel het sterkste plezier geeft, en welke gedachte de mens de meeste kracht geeft, maar dat is veel te simpel, stelt Nietzsche. De mens laat zich bedriegen door de grootste actie als waarheid te zien, en dat wat de grootste weerstand opwekt. Voor de mens is het voelen van kracht de waarheid. Daarmee is alles gezegd. Nietzsche heeft er een hard hoofd in, en daarom is hij nihilist. Alles wat simpel is verschuilt teveel en is niet waar, maar verbeelding, stelt Nietzsche. De mens moet ermee ophouden. Alles is gebouwd op slechts leugen, allemaal voor het plezier van de mens, en de mens is erin opgesloten. Het is de logica van het positivisme die het rinkelen van het alarm niet meer hoort. Hij ziet de simpelen die duidelijkheid als bewijs voor waarheid zien als kinderen die spelen in de zandbak. Hij vindt het maar kinderachtig. Waarom moet het makkelijke denken het altijd winnen van het moeilijke, harde denken ? Het is een dogma waarmee afgerekend moet worden. Hij laat zien dat het veel makkelijker is om te denken in eenheden en relaties, de doctrine van het zijn en hebben, dan de doctrine van de oefening en het worden, oftewel van Areta. De mens plakt voortdurend dingen aan elkaar die niet bij elkaar horen. Veel mensen zijn geobsedeerd met sex en relaties, en vele contacten. Ze willen niet puzzelen. Alles moet snel snel. Ze willen zich fijn voelen, gelukkig voelen, in het zonnetje, het pad van Kakia, het brede pad van gemakszucht. Het sleutelwoord voor Nietzsche is de ontwikkeling,

90 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication