Meveng, Leef, Schei, Kong, Kon, Kondada, Patirsel, Paterv, Minerva, Manerus, Ming, Zoling, Patoeng, Moeng, Relft, Ameft, Hengst, Hotte. 48en dat geld zult gij aan Aäron en zijn zonen geven als het losgeld voor diegenen onder hen, die het getal der Levieten te boven gaan. Aaron is een woord voor inwijding, waarvoor een prijs betaald moet worden. 49Toen nam Mozes het losgeld van degenen die het getal van hen, die door de Levieten waren losgekocht, te boven gingen; Mozes is een woord voor de opname die de verbinding maakt, de verzoening, zoals Mozes de link uitbeeldt tussen Israel en Egypte. Zonder deze basis is er geen inwijding. In die zin horen Mozes en Aaron bij elkaar. 50van de eerstgeborenen der Israëlieten nam hij het geld, duizend driehonderd vijfenzestig sikkels naar de heilige sikkel, Hier wordt het offer, de prijs, geheiligd. 51en Mozes gaf het losgeld aan Aäron en zijn zonen naar het bevel des Heren, zoals de Here aan Mozes geboden had. Mozes en Aaron zijn twee Levitische principes in de geestelijke economie. Mozes is degene die het volk achterliet en de berg opging om tot het verloren deel te komen, zoals Yeshua de 99 schapen achterliet om het verloren schaap te zoeken, als een beeld van de verzoenende exegese in de diepte, het heilige communisme, de transcendente context, wat een groot offer is. Zo komt het Mozes principe van de context in contact met het Aaron principe van de inwijding. Vandaar dat er ook balans moet zijn tussen deze twee principes. Op deze twee principes stond David om de reus Goliath te vellen, met zijn vijf slingerstenen, zijn vijf sikkels. Zo kwam David van de aardse, eenzijdige betekenis tot de hemelse, transcendente betekenis. Het geslachtsdeel werd afgenomen van het ego, zodat het ego zich niet meer kon voortplanten en zou sterven.
16 Online Touch Home