273

niet het goedkope en massale van de christelijke uitverkiezing waar je voor twee kwartjes de hemel binnen kon gaan. Neen. Het is de natuurlijke, darwinistische uitverkiezing, een Nietzscheaans visioen, wat per gebied maar tot de enkeling komt, en wat zich eindeloos varieert en maskert als een kameleon. Het is een anonieme beweging. Het is een uitverkiezing die de aarde ingaat, en het is een zeer trage ontwaking. Het hogere onderwijs is alleen voor de uitzonderingen, niet voor de dode massa's. Het is de eenling die zal overwinnen. Het is de eenling die ontwaakt. Hoofdstuk 29. De Diepere Mens Zarathoestra zei (in Nietzsche's boek 'Zo Spreekt Zarathoestra' (1883–1891) : 'Deze boom staat alleen hier op de heuvels. Het is gegroeid boven mens en beest. En als het wilde spreken dan zou niemand het begrijpen, zo hoog is het gegroeid.' 'Vlucht, mijn vriend, tot je eenlingheid. Ik zie je verdoofd door het lawaai van de grote mannen en overal gestoken met de steken van de kleinen. Waar de eenlingheid stopt begint de markt.' Zarathoestra stelt dat de vriend van de eenling altijd de derde is, die ervoor zorgt dat de eenling niet te diep gaat met de tweede. Hij stelt dat je voor een vriend nooit goed genoeg zal kunnen zijn, want je bent voor de vriend een pijl en een verlangen naar de diepere mens. Het mens zijn is iets wat overwonnen moet worden. Het is niet goed alles van de vriend te willen zien. Het is beter te dromen, stelt Zarathoestra, want de vriend is het onperfecte. De mens heeft niet het vermogen tot vriendschap. De ergste vijand van de mens is zichzelf, en daarom moet het mens zijn overwonnen worden, opdat de diepere mens zal overleven. De oogst is de eenling, en daartoe komen de valkyries. De massa's negeren ze. In het tijdperk van Haggai was er grote honger op allerlei gebied : 1 6Gij hebt veel gezaaid, maar weinig binnengehaald; gij hebt gegeten, maar zonder dat gij verzadigd werdt; gij hebt gedronken, maar zonder dat gij voldaan werdt; gij hebt u gekleed, maar zonder dat gij warm werdt; en wie zich voor loon verhuurde, ontving zijn loon in een doorboorde buidel. Alles glipte door de vingers van de mens heen. De mens kon zich nergens aan vasthouden. Er zaten gaten in zijn schip, ook op sociaal gebied, en zo werd de mens tot een eenling. Zo werd de mens de

274 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication