kwam. De broer is een beeld van 'het andere', als een onderdeel van de mens zelf, en door de 'dood' komt de mens tot nieuw gebied, vreemd gebied, wat hij nog niet kent. 'Dood' is dus niet letterlijk, maar symbolisch voor verdieping, tot een dieper level komen. Zo beeldt het zwagerhuwelijk dan ook de exogamie uit, de relatie met iemand buiten de eigen stam, of in dit geval met God, de verborgen kennis, het onbekende. Deze dingen gebeuren ogenschijnlijk letterlijk om ons heen : de dood van een familielid of iemand die dichtbij ons stond, die was als een broer of zus. Dan zijn ze ineens weg, maar wij weten wel beter : het is symbolisch. Er is dus rouw, maar ook kennis. Zij komen samen. Zo kunnen we ook beter het verhaal van Kain en Abel begrijpen en het verhaal van David en Uria. Ze kunnen zowel positief als negatief uitgelegd worden. Deze geschriften zijn zwaar dualistisch. 'Sterven' moet je dus leren zien als 'vertalen' en 'verdiepen'. Als je dat niet doet, wordt je gek, en kinderen worden vandaag de dag totaal gek gemaakt door het materialisme wat zegt 'dood is dood'. Nee, dood is helemaal niet dood. Dood betekent in de Israelitische talen gewoon het verminderen opdat er plaats is voor een nieuwe kijk, zoals Jezus de dood een soort slaap noemde. Wanneer wij slapen zullen wij nieuwe dromen dromen. Verminderen, afstand doen, om zo te verdiepen. De letterlijke dood bestaat niet. Alles gaat over in andere energie vormen die de mens nog niet kan oppikken, maar die de mens mag leren oppikken. Het westen heeft deze context niet, omdat ze de talen niet kennen. Ze drijven markt met hun producten, en ik heb veel contact met Israelieten gehad en zij lachen daarom, wat het westen van hun geschriften hebben gemaakt. Ik kan er nu ook om lachen, maar het is een nachtmerrie geweest, en nog steeds moet de mens in het westen van deze nachtmerrie ontwaken. Zowel de tenach (OT) als de talmoed spreken ervan dat deze geschriften vol zijn met contrast-verzen, waardoor ze nooit eenzijdig en geisoleerd uitgelegd mogen worden. Toch doet het christendom dit maar al te vaak, omdat ze deze dualistische talen en hun symbolieken niet kennen. De christen is in het westen doodgegooid met letterlijkheden en oppervlakkigheden waardoor hij het oorspronkelijke niet verstaat en niets op diepte kan peilen want dit wordt voor hem afgehouden en heeft zo zijn leven tot een hel gemaakt. Die hel gaat iedereen doorheen, maar het gaat erom de hel te vertalen. Vandaar dat we dus ook niet zomaar aan deze geschriften kunnen ontkomen. Het is overal om ons heen, en het blijft gevaarlijk totdat we het verwerkt hebben. Het afschuwelijke offeren in de bijbel bleek ook metaforisch te zijn, en gewoon een beeld van de gehoorzaamheid, en van de demonologie die het ego laat afsterven, dus eigenlijk doorvertaalt, sorteert, tot zuivere vormen. Christenen storen zich vaak niet aan deze metaforiek en blijven gewoon hun kinderen dierenlijken voeren, hen opsparende voor allerlei kanker en hartziektes, want die kans wordt zo in principe een paar keer verdubbeld. 'Ja, het staat allemaal in de bijbel,' zeggen ze dan. Ja, en slavernij staat ook in de bijbel, en het vermoorden van ongehoorzame kinderen. Vandaar dat het belangrijk is dit niet meer letterlijk te nemen en hier een duidelijke uitleg voor te geven, anders blijven er grote gevaren boven onze hoofden hangen. En de mensen moeten weten dat het slechts verhalen zijn, boeken. 'Ja, maar dit, en ja maar dat,' zeggen ze dan. Bottomline is dat ze het niet zomaar wegdoen, dus het moet wel veranderd worden. Er moet wel mee gewerkt worden, want het gaat niet zomaar weg. Maar er moet dus duidelijkheid komen, wat er aan de hand is, en waar we naartoe moeten. Het offeren is een beeld van het loslaten en het toetsen. Telkens weer wordt er in de grondteksten gesproken over het gebruiken van de urim in verband met het offeren, wat vaak slap vertaald wordt als 'vuur', maar de urim is dus een toetssteen. 'Toetst alles en behoudt het goede.' Zelfs als het
362 Online Touch Home