Hoofdstuk 28. Anubis, God's Spoorzoekende Hond - Een Kompas in de Nacht - Een Gave van God Je gaat naar de slager om een pond vlees te halen. De stad doet alsof het de normaalste zaak van de wereld is, maar je staat dan wel schuldig aan het 'verwisselen van de offerdieren', volgens de Talmoed, en je kan een straf van veertig slagen verwachten om het af te leren. Ga je dan nog door, dan wordt de schuld groter en ook de straf. Het kan de stad allemaal niets schelen. Ze zien het oordeel van God niet, en feesten rustig door, ze draaien hun hand niet om als er een dier wordt doodgereden, maar als hun Liesje vies wordt of een tik heeft gehad, dan schreeuwen ze moord en brand, want Liesje mag niet vies worden. Zo wordt Liesje dagelijks gevoed met de lijken van dieren, van verwisselde offerdieren, want niet het dier moest sterven, maar het ego. Dat is hun zonde. Zo hopen de kankercellen zich op in Liesje en vergroot het dagelijks de kans dat Liesje een hartziekte zal krijgen. Het is pure kinderhaat. Verder wordt Liesje zeer religieus opgevoed en wordt geleerd in God te geloven, op God te vertrouwen, maar als Liesje dat niet doet, dan zal Liesje voor eeuwig in de hel geworpen worden. 'God is liefde, Liesje, maar als je je bordje vlees niet netjes opeet, dan zul je voor eeuwig branden in de hel.' Zo werd ik opgevoed. Zo worden vele kinderen opgevoed. Slachtoffers worden vaak niet serieus genomen, worden vaak niet geloofd, ook niet als er keiharde bewijzen op tafel worden gelegd. Van de mensen moeten we het niet hebben. Je kan wachten totdat je een ons weegt, en de duivel speelt hier voor God. Arme Liesje. Zo raakt Liesje op latere leeftijd aan de drugs, komt in de criminaliteit terecht of krijgt zware psychische problemen. Of .... Liesje zet de traditie van haar ouders voort, en stelt ook haar eigen kinderen bloot aan zwaar psychisch letsel, en dan staat Liesje ook zelf schuldig aan het verwisselen van offerdieren, zoals de Temurah van de Talmoed stelt, en krijgt Liesje veertig slagen in een poging om het haar af te leren. Metaforisch natuurlijk. Maar hoort Liesje de slagen van de gesel wel, of is Liesje al doof geworden zoals de rest van de stad ? Is Liesje misschien al een muffin-christen geworden ? Lekker gebakjes eten om het af te leren. Wat af te leren ? Volgens de Temurah is dit allemaal het uitstel van het offer. De mens moet zijn ego opofferen, maar de mens houdt zichzelf stevig vast aan het ego. 'Nog even zondigen,' zegt de mens. 'Toe, nog even maar.' En de christenen zeggen : 'Oh doe maar, want alles is toch genade.' En : 'Wij zullen altijd blijven zondigen.' Maar als je 'zondigt' tegen hun eigengemaakte wetten, dan is ineens het huis te klein. Dan laten ze je alle hoeken van de kamer zien, en dan is geen gesel te zwaar, zelfs niet die van de eeuwige hel. Toch durven ze dan nog met hun zure mondjes te zeggen dat God liefde is. 'Toe maar, zondig maar, neem maar van de verboden vrucht, maar kom niet aan onze heilige huisjes.' Het is bijna alsof je een stripboek leest van FC Knudde of ander aburdisme. FC Muffins is aan zet, maar snoep en gebak is je vriend niet. Het heeft je de oorlog verklaard, en verleiding en misleiding is altijd het beste wapen. Hallo ? Wakker worden. De duivel krijgt je het makkelijkst door te komen
377 Online Touch Home