421

Er is in het boek ook nog een andere groep van bewakers van het mysterie : de vuile paarse bloemen. Ik schiep u langs de waterkant, Tussen vuile paarse bloemen, U verstond de boodschap niet (:3) Zij hebben ook hun eigen boek in de Vur, boek 109. 1. Vuile paarse bloemen groeien langs de kant van de grote rivier, Met vuile gezichten staren ze ons aan, Bedekt met modder 2. Zij zijn één met de natuur, Zo is het altijd geweest 3. De brug over de rivier komt nooit aan, maar leidt ergens anders heen, In het midden heerst altijd de mist, Deze twee landen kennen elkaar niet, De brug heeft hen nooit de waarheid over elkaar verteld 4. En vuile paarse bloemen groeien aan de waterkant, Met hun vuile gezichten kan het hen niet schelen, Ze bewaken het mysterie, In de rivier verdwijnt alle tijd Zij zijn uiteindelijk degenen die je hebben gestort in dit mysterie : Ik schiep u langs de waterkant, Tussen vuile paarse bloemen, U verstond de boodschap niet Zij trokken u tot de dieptes van de rivier, En op uw vragen was geen antwoord, Zij vertelden u verhalen om u af te leiden van het geheim, Zij cirkelden om uw hart als bijen die de honing bewaakten (113:3-4) Paars is ook de kleur van de slaap. Ze trekken de mens niet alleen de nacht in, maar ook in het water. De mens moest dus ook tegen zichzelf beschermd worden. De mens nam van de honing, en begon dit allemaal te dromen (113:18). De mens nam dus van het geheim, maar het moest tegelijkertijd beveiligd worden. Boek 109 stelt dat in de rivier alle tijd verdwijnt. Dat wil zeggen dat de mens totaal geen macht heeft over tijd. Boek 113:5-6 stelt : Een boodschapper was tot u gezonden, maar u begreep hem niet, Hij stak u

422 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication