Hoofdstuk 53. De Besnijdenis van het Verstand Het boek Filippenzen gaat over het alles achter laten om op de kroon te jagen, in het Aramees het jagen naar betekenis, een gedeelte van een boek, een zintuig. Die kroon wordt in 4:1 beschreven als de Filippenzen zelf, of het boek. Ook worden de Filippenzen de besnijdenis genoemd in 3:3. Het gaat dus om de kroon van de besnijdenis, als de rode kroon, het rode zicht. Als de mens het rode zicht ontvangt dan is dat een zeker weten, een besef dat alles een visioen is waarin je kunt verdienen, waarin je het rode kunt opbouwen. Het rode zicht is een subtiele rode gloed waar alles uit voort komt. Het is het nieuwe zintuig van onderscheiding waardoor de mens de verdichtende krachten kan omzeilen. In het boek Filippenzen is er de strijd tussen hen die het kruis volgen en de vijanden van het kruis die de buik als god hebben, oftewel de strijd tussen ascetisme en hedonisme. 3:18-19 Want velen wandelen – ik heb het u dikwijls van hen gezegd, maar nu zeg ik het ook wenende – als vijanden van het kruis. Hun einde is het verderf, hun God is de buik, hun eer stellen zij in hun schande, zij zijn aardsgezind. Daarom is het zo belangrijk om uit te strekken naar de rode kroon, wat begint als de spotkroon. Filippi betekent beestenrijder, wat ook een beeld is van een spiegelhouder. Vandaar dat er in openbaring ook gesproken wordt over het beeld van het beest, wat helemaal teruggaat naar de Egyptische onderwereld boeken. De vrouw op het beest is dus de vrouw met de spiegel. Kolossenzen 1 gaat over Filippi, de vrouw op het beest, oftewel de vrouw met de spiegel : 15Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene der ganse schepping, 16want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; 17en Hij is vóór alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem; 18en Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente. Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is. Verder met het Vur traject. We komen dan aan bij boek 8, de achtste stap, de droom. Het 'tot de laatste bloem gaan' betekent gaan tot wat er nog is overgebleven, leren leven met het weinige wat je hebt. Dat zal je leiden, tot je spreken. De bloemen laten de cirkels zien, nuances, tussenstappen. Dingen worden soms afgenomen, opdat we er omheen leren werken. Het 'tot de laatste bloem gaan' betekent ook het tot de kern gaan. Het betekent dat wat er is overgebleven na het toetsen. Boek 9, de Pijlen, gaat over de besnijdenis die leidt tot de rode planeet. Er wordt gesteld dat wij eigenlijk alleen de vijand kunnen overwinnen naar de mate dat we onszelf overwinnen : Onze pijlen zullen niet diep doordringen, wanneer zij geen nachtmerries bevatten, wanneer zij niet eerst heel diep in onszelf zijn gegaan. (:23)
445 Online Touch Home