45

Hoofdstuk 16. De Egyptische Wortels van Bosra Bozra is een beeld van deze lagere aardse realiteit, en ook een beeld van het Westen en van het christendom. Het christendom is dus in diepte een Bozraietische secte die de eeuwige verdoemenisleer aanhangt, wat dus een verkoop-truuk is, een code. Hier houden ze aan vast anders zou hun gehele industrie instorten. Die industrie is buitenaards. Ook staat Bozra voor de medische industrie. De medische industrie is slechts een code voor een jachtsport. Het zijn roofdieren op jacht, en de patient is de prooi. Ze spreken in code. Het zijn monikken met kappen op waarachter ze zich verbergen. Ze hebben hun eigen taal, hun eigen alfabet. Ze bedrijven toverij om hun doelen te bewerkstelligen. Ze brouwen hun boosaardige plannen in hun ketels. Natuurlijk komt ook Bosrah van diepere Egyptische wortels. Bos (Bast) was de oorlogsgodin, de leeuwin, van Noord-Egypte. Sekhmet was de oorlogsgodin, de leeuwin, van Zuid-Egypte. Beiden waren zij dochters van Ra. Bosra betekent Bos, de dochter van Ra. Bos betekent ook verfpot of bloedpot. Haar letters zijn B, de voet, en S, het kleed. De voet, de wijntreder, wijnpers, is een beeld van het bloedvergiet, de oorlog, als een beeld van het afslachten van het ego. Haar naam betekent het met bloed geverfde kleed in de hieroglyphen van het Egyptische alfabet, wat dus ook terugkomt in Openbaring. Openbaring 19 : 11En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard; en Hij, die daarop zat, wordt genoemd Getrouw en Waarachtig, en Hij velt vonnis en voert oorlog in gerechtigheid. 12En zijn ogen waren een vuurvlam en op zijn hoofd waren vele kronen en Hij droeg een geschreven naam, die niemand weet dan Hijzelf. 13En Hij was bekleed met een kleed, dat in bloed geverfd was, en zijn naam is genoemd: het Woord Gods. 14En de heerscharen, die in de hemel zijn, volgden Hem op witte paarden, gehuld in wit en smetteloos fijn linnen. 15En uit zijn mond komt een scherp zwaard, om daarmede de heidenen te slaan. En Hijzelf zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hijzelf treedt de persbak van de wijn der gramschap van de toorn Gods, des Almachtigen. 16En Hij heeft op zijn kleed en op zijn dij geschreven de naam: Koning der koningen en Here der heren. In Jesaja 63 is dit verbonden aan Bosra : 1Wie is het, die van Edom komt, in rood geverfde klederen van Bosra, die daar praalt in zijn gewaad, fier voortschrijdt in zijn grote kracht? Ik ben het, die in gerechtigheid spreek, machtig om te verlossen. 2Waarom is dat rood aan uw gewaad, en zijn uw klederen als die van iemand die de wijnpers treedt? 3Ik heb de pers alleen getreden en van de volken was niemand bij Mij, Ik trad hen in mijn toorn en vertrad hen in mijn grimmigheid; toen spatte hun bloed op mijn klederen en ik bezoedelde mijn ganse gewaad. 4Want een dag van wraak had Ik in de zin en het jaar van mijn verlossing was gekomen. 5En Ik zag rond, maar er was geen helper; Ik ontzette Mij, maar niemand bood steun. Toen verschafte mijn arm Mij hulp en mijn grimmigheid ondersteunde Mij. 6En Ik vertrapte volken in mijn toorn, maakte hen dronken in mijn grimmigheid en deed hun bloed ter aarde stromen.

46 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication