In het Egyptisch is het geheugen een getuige, de recorder, en dit gebeurt door pijnen en verwondingen (skha-t). De bloem is hiervan een beeld, omdat de bloem de cyclus van het leven, van vruchtbaarheid laat zien, zaaien en oogsten, de tussenstappen (utch). De bloem zorgt er dan ook voor dat het geheugen gerelativeerd wordt. 1:9 - En dit bid ik, dat uw liefde nog steeds meer overvloedig moge zijn in helder inzicht en alle fijngevoeligheid. De kennis groeit door het geheugen als een getuige, wat in 1:8 wordt gebruikt in het Aramees als shad, van de Egyptische wortel skha-t. Het geheugen vaart ten hemel na de nacht van de vergetelheid. De vergetelheid is een facet van het Egyptische gebed, van het hongeren en minderen, want er is zoveel valse kennis die weer vergeten moet worden. De mens moet ook drastisch ontschoold worden in een heleboel dingen. Liefde, hob in het Aramees, komt van het Egyptische aab, hab, wat ook het hongeren en minderen betekent, en het voleindigen. Er is dus geen voleindiging zonder mindering. In het minderen is de voleindiging. Aab is ook het merkteken van de wildernis godin, Set. Mer is een ander Egyptisch woord voor liefde, wat ook hongeren betekent en verbod. De Aramese wildernis god(in) van het OT is Maria, Mar, Mer, en zij is in het NT de moeder van Jezus. Mozes leidde het volk tot deze godin in de wildernis, de godin van het hongeren. Zij werd in de Egyptologie ook uitgebeeld als een heilige slang, het heilige touw, wat Mozes ook opstelde in de woestijn. Mozes was diep ingewijd in de Egyptologie. Mer staat ook weer voor de heilige gebondenheid en de opening van de zintuigen. Jezus is een beeld van de wedergeboorte, en die kan dus alleen plaatsvinden in de godin van honger, Mer, Meri. Dit komt voort vanuit het voortijdse Afrikaanse 'namerie', de natuurstof van het oer. Mer of Meri is in de Egyptologie ook een naam voor Isis, Aset, Set, als de wildernis godin. Zij beeldt ook het touw uit, zoals Jezus in de wildernis tot het touw kwam in de zin dat hij sprak dat hij zonder God niets kon doen of zeggen. Ook het volk Israel kwam tot het touw in de wildernis, voorgesteld door een slang. Dit laat in de Egyptologie de brug zien tussen hemel en aarde. In de Egyptische context bidt Paulus dus dat de honger, het minderen, overvloedig mag worden, opdat het de hemelse natuur kennis zou voortbrengen die de menselijke natuur zou overweldigen en innemen. 1:10 - om afgezonderd te zijn en te onderscheiden, waarop het aankomt. Dan zult gij rein en onberispelijk zijn. In het Aramees is de afzondering een beeld van de onderscheiding (prs). Deze regel was er al in het Egyptisch. De onderscheiding wordt in het Egyptisch voorgesteld als het hol van een slang, als beeld van de baarmoeder en de hel (ten). Dit is waar de hongerende afzondering toe leidt, tot het hol van het touw. De mens mag nooit zomaar het touw aanvaarden als een muis die denkt kaas te hebben gevonden. Vandaar dat het touw allereerst komt als slang, en de mens heeft eerst een worsteling met deze slang te voeren. Alles moet getoetst worden. De mens moet niet vallen voor overmoedig vertrouwen en overmoedige godsdienst, want men zou maar eens een afgod dienen. Onderscheiding betekent ook later in het Egyptisch (then).
456 Online Touch Home