490

interdimensionale poort. Deze spiegel geeft doorgang aan Ra in de onderwereld, zorgt ervoor dat Ra nergens blijft steken. Deze spiegel is in de diepte van de woestijn, in het diepste van de nacht, waar alle realiteiten ombuigen en in elkaar overvloeien. Het is als de nachtelijke woestijnzee. Ra moet zelf tot deze spiegel worden. Hij moet tot zijn spiegelbeelden komen, zijn parallellen, zijn verborgen identiteiten. Dit zijn zijn sleutels in de onderwereld. De bovennatuurlijke spiegel is zijn gids. Het is het geheimschrift van de onderwereld. Het Amduat boek zegt dat alleen maar een paar dit kennen. Verder kent niemand het.' 'De Judaïstische mythologie is dualistisch, dus ook het hele Batseba verhaal kan positief of negatief uitgelegd worden. Vaak leggen de kerken het alleen maar negatief uit, maar er is ook een positieve versie, en die ligt ook in de grondtekst. Ook de Vuh spreekt daarover, maar David moest tot Batseba komen, omdat Batseba 'dochter van overgave' betekent, als 'de vrucht van overgave'. In het Eeuwig Evangelie wordt Batseba beschreven als een godin. In die zin waren de psalmen tot Batseba gericht. Batseba was het gepersonificeerde beeld van de heilige gebondenheid en verbondenheid die David ontving door overgave, oftewel als het beeld dat David tot een hemelse robot werd. David had wel meerdere vrouwen. David was het Judaïstische archetype van de geestelijke strijder. Het mocht dus niet letterlijk genomen worden. En zijn vrouwen waren beelden van de strijdgodinnen, de valkyries, oftewel de voorschriften van de offerdienst, een andere Hebreeuwse benaming voor het boek Leviticus. In de buitenaardse en bovenaardse grondslagen van de bijbel in Orion wordt David ook wel "Ahn" genoemd, wat ook weer terugkomt in de Vuh en de Bilha, binnen de tweede bijbel. In de Aramese grondtekst staat Saul voor Orion. Saul betekent in het Hebreeuws de leegte, de raadpleger van een orakel. Hiertoe kwam David in contact met Saul. In de Davidische mythologie zijn Goliath, Saul en Batseba belangrijke archetypes met een diepe dualistische betekenis.' 'Zonder de Ramadan, de leegte ingaan, is het onmogelijk om daadwerkelijk te toetsen. Dit is ook wat de naam Saul betekent in het Hebreeuws, en zo ook de Saul van het Nieuwe Testament, Paulus. De mens kan geen ware openbaring ontvangen als de mens in de kerk blijft. De mens moet hiertoe alles verlaten en opgeven en de wildernis ingaan, als symbool van de afzondering in de verborgenheid. Wie nog door de mens gezien wil worden komt nooit tot ware openbaring, maar zal misleid worden in zijn eerzucht. En dat is ook wat Saul, de leegte, als beeld van de ramadan, deed. Hij dreef David tot wanhoop en tot de wildernis, waar David naartoe moest vluchten, want Saul, de leegte, zocht zijn lagere natuur te doden. Symbolisch gezien krijgt Saul daardoor een positiever beeld, wat ook weer terugkomt in de islam, waarin Saul (Talut, Arabisch) de ark terugbracht, een toetser was en begaafd was met grote kennis. De Ramadan, de woestijn-ervaring, bracht David in grote problemen, maar daardoor ontving hij openbaring, golah, wat tot hem kwam in de vorm van Batseba, de vrucht van overgave. Het verhaal is zowel negatief als positief uit te leggen vanuit de grondteksten, omdat het geschreven is in poëtische, paradoxale talen. En dat is ook de rijkdom ervan. Batseba is de verpersoonlijking van de wapenrusting van Goliath die David bemachtigde. Theologie kan in dat opzicht dus niet zonder de taalkunde. Theologie zonder taalkunde kan al snel kortzichtig en zo corrupt worden. Vandaar dat er

491 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication