121

Het zaad verschijnt als wolken over de steden, En dan explodeert het, Het zal zaad regenen, Regen in het paradijs Ik zink dieper weg in de rivier van zaad, Totdat ik begin te veranderen in een struik" In boek 4, het Monument, gaat dit verder (vs 3-4) "Ik ben geboren uit een plant, Ik zag de aarde geschapen worden, Ik zag de aarde voortkomen vanuit een bloem Ik ben de tuinjongen, Ik verwijder de stenen die er niet horen, Geen herinneringen meer aan de stad, De tuinhekken zijn gesloten na middernacht" Door vanuit de planten en struiken geboren te worden en als planten en struiken te worden, als de tuin zelf, wordt de mens tot een tuinjongen. Eerst moet de mens weten wat het is om de natuur te zijn alvorens de mens kan weten hoe met de natuur om te gaan. De mens moet dus de natuur zelf worden. De tuinjongen komt voort vanuit de natuur, als een natuurverschijnsel. Soms moet de mens eerst wat meer verdrietsmunten sparen alvorens de mens iets kan kopen. De winkelier die dit in de gaten houdt is in boek 5 van de Drager van de Vur de eekhoorn, wat tegelijkertijd de naam van het boek is. De eekhoorn-winkelier is een terugkomend thema in de Tweede Bijbel. Zolang iets nog niet verdient is blijft hij 'nee' zeggen. Het wordt alleen lente als hij 'ja' zegt. Deze eekhoorn kun je niet inhalen. Het is een onbreekbaar proces. Intelligente mensen denken zo diep dat anderen hen niet meer kunnen volgen, en dan krijgen zulke mensen allerlei stempels opgedrukt. Dit komt ook terug in boek 9 van de Drager van de Vur : Het Speelgoed. 10. Zijn droom was een paradijs, en hij wilde dat verwezenlijken. Er moest een einde komen aan het trauma van de waarheid. Ze hadden al lang gevochten. De waarheid hield hen veel te veel bezig, en voor wat ? De waarheid was een gruwelijke dictator, maar hij was de dromenkoning. Hij werd bestempeld als gemeen en gek, maar het land was majestueus mooi. 11. Ze konden alles van hem zeggen, maar niet dat hij geen kunstenaar was. De nuchtere waarheid was saai. 12. Een tuin met betoverde rozen. 13. Het hek van de rozentuin was hoog, met gouden punten. Velen stierven daar. In dit boek is de tuinjongen tot koning geworden.

122 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication