In de Pyramide Teksten van het Oude Rijk, in PT 539 staat : "Mijn billen zijn de nachtboot en de dagboot." In de Egyptische taal is het schip een metafoor van de billen. Dit is een dualiteit. De billen zijn een teken van de jacht, de opstanding en de wedergeboorte. In het twaalfde uur zien we Nun, Nu, het schip van Ra optillen. Nu is de jacht, en zijn vrouwelijke equivalent, NUT, NU-T, is de eeuwige jachtvelden. We zien hier Ra de eeuwige jachtvelden binnengaan, oprijzende als de KHEPRI, wat beeld betekent, projectie, illusie, creatie, transformatie. Het beest, Ra, krijgt hier een beeld, wat ook weer terugkomt in Openbaring in het NT. Kephri is in het Egyptisch ook een wonder, een helm en één van de negen vernietigers van de verdoemden. Het is een zekere dans van signal processing, photonics en structural coloring die een illusie creëert, een projectie, als een camouflage, een masker, als een dualiteit, waardoor spontaan het verschijnsel van wedergeboorte ontstaat. Ra ontvangt hier zijn dubbel. Ismaël wordt bedekt met het paradijselijke vuil van de aardbodem. Een ander Egyptisch woord voor jacht is HEMA, wat ook een andere naam is voor NU-T. 3.16 - De Egyptische Oorsprong van Pinksteren In de voordynastische periode van Egypte was Serket de moedergodin, de schorpioen. De eerste farao's noemden zich daarom ook soms "Schorpioen". Zij is het fundament van Egypte. De schorpioen was in Egypte het beeld van het moederschap. Ook was de schorpioen een beeld van het meer van kokend water, van het vurige gebied van de onderwereld. Dit was een gebied van eeuwige oorlog, als een arena, ook wel genaamd de Serser. De schorpioen was een beeld van de invoersbelasting, als een soort van douane, en dus ook van de grenzen in het leven, de restrictie. De schorpioen was de baarmoeder, de TEN. Dit was een principe van wederstaan, als een tegenstander, een vijand, om het kind te vormen. Alleen zo kon de moeder het kind in leven houden en het kind bezitten. De schorpioen was dus een beeld van preventie. Later werden de godinnen steeds meer veranderd in vee en kwamen mannelijke goden steeds meer op de voorgrond om de godin weg te drukken. Oorspronkelijk was Serket de tocht door de onderwereld, de TA, wat ook schorpioen betekent, en als de UHIT staat het voor de kampen van nomaden in de wildernis. Oorspronkelijk gingen de doden door het lichaam van Serket, als de schorpioen. Later werd dit vervangen door de koe en hemelgodin, Nut. Alle aandacht werd toen ook gevestigd op Ra die de tocht door de onderwereld maakte, terwijl Isis ook zulke tochten maakte. Isis was ook een schorpioen godin, st-ta-uh, SATA-UH, als een dochter van Serket. Serket is ook een aspect van Isis. In Orion wordt Serket ook wel SUTI genoemd. Om in contact te komen met de schorpioengodin moest de mens eerst symbolisch sterven door de schorpioensteek. Dat wat de christenen de Heilige Geest noemden en de gnostici de gnosis was in Egypte de ka, wat als het overstromen van de Nijl was, en van een meer in de onderwereld (kha). Tegelijkertijd is dit de vlammen die de doden opwekken in het boek der poorten. Deze vlam is genaamd STY, wat ook weer verwijst naar het Orionse SUTI, en naar SATAN, en is een vorm van Serket, van de opvoedende hel, de baarmoeder. Ook in de Bijbel wordt er voor het vuur van de hel en het vuur van de Heilige Geest hetzelfde woord gebruikt. Het wortelwoord van KA is KHAU, wat gebondenheid betekent, touw, als een beeld van de heilige gebondenheid. STY is in het boek der poorten afgebeeld als een slang, wat een beeld is van het touw. Het gaat dus in diepte om het
149 Online Touch Home