152

godin MOA (Ma'at, Ma), om zo haar veren te ontvangen, haar wetten, die hen in de heilige gebondenheid houden. Zij moeten deze veren dan ook dragen, en zij ontvangen die veren als vlammen op hun hoofd, als een pinksteren. Zij zijn degenen die de Wet hebben uitgevoerd, en hebben gestreden voor hun godin. De godin MOA staat namelijk ook voor de heilige arena. Dit is ook een plaats van het heilige oordeel waarin zij worden getest aan de veren van MOA. Als zij de veren van MOA dragen kunnen zij niet verstoord worden door het kwaad, dus zij komen dieper in de heilige rust, in de heilige leegte, door deze wetten. In dit proces worden zij nog dieper gebonden aan de palen, en zo ook hun vijanden. Dit zijn twee lagen onder elkaar. In de bovenste laag krijgen de twaalf de veer van MOA, de wetten, en in de onderste laag worden zij en hun vijanden (hun valse natuur) gebonden aan de palen, om gekastijd te worden. In de laag daaronder komen de twaalf tot de graanvelden. Eén van de Egyptische woorden voor graan is BUT, BT. BT is ook de sprinkhaan, lang insect (bai-t), als een beeld van de waterlichten, de geboorte van het ware inzicht door eb en vloed. Ook is BT een woord voor wapens (baait). Door het ontvangen van de wetten en de heilige gebondenheid kan de gezegende zo veilig de wapens ontvangen, om zo te vechten in de arena van MOA tegen het valse zelf, opdat ze aan hun valse natuur zullen sterven. Een ander Egyptisch BT woord voor graan is BET-T, wat een beeld is van de troon (bet). De traan is een beeld van de heilige tabletten van het goddelijke woord (beta). Ook ISIS is de troon in het Egyptisch. De twaalf komen hier heel specifiek tot Haar, tot US. Dit weerspiegelde in het christendom als Jezus zijnde het Woord. In Egypte is ook de ibis-vogel een beeld van het Woord, de Logos, als zijnde de vogel die boven alles is uitgestegen. In het Egyptisch is graan als HI, H, verbonden aan de papyrusplant (ha, hai), de studie van het Woord (haiu), waarvan het afdalen in de onderwereld (hi, ha, haa) om de godin te dienen (hi, ha, hai) een beeld is. Dit is het ware metaforische 'komen tot de billen van de godin' (haa), als zijnde de tabletten van het Heilige Woord van de ibis. Dit wordt ook HAA-T, HT, genoemd, naast HAA, wat een naam is voor de godin van water en vuur, van de waterlichten, Tefnut (hait). In de billen van de godin, het Woord, komt het vuur voort vanuit de oceaan, vanuit eb en vloed, als het ware inzicht en licht. Zij die hier in onheiligheid naar grijpen zullen sterven, maar een ieder die tot de godin komt zal sterven aan zichzelf. Haar voorkant is HA-TI, HT, wat ook heerseres betekent (hatt a), en het primitieve, het eerste, het begin (ha-t, ha a, ha-ti a), wat helemaal doorloopt tot het einde als een pad. Dit zijn ook de borsten van de godin. Hier mag niet te licht over gedacht worden. Het is een oorlog (haa). De godin zal hen die toenaderen eerst bevechten en slaan (haa-t, haait), om zo de mens te leiden tot de heilige restrictie (hat). HA-T is ook de geslachtsdelen van de vrouw, haar schaamlippen. Het is de vuilheid van de vrouw (hua-t). Zij is als de HT ook de poortwachter. Zij die hier komen zijn niet roekeloos, want allen zijn zij geslagen met vrees (huti). Zij is een agent van vrees (huti). Zij is als een schorpioen (het-t). Hier hangen de bloedende vervuilde huiden (heta) van haar geslachte vijanden, van geslacht vee (runderen, het). Zij slaat hier met ziekte indien nodig (heta). Zij wordt hier voortdurend wedergeboren (heti-t). Zij die hier komen hebben niets in te brengen en zijn onderworpen aan haar belastingen (ook : invoerbelasting, militaire oproep, het). Het zesde uur is de ingang tot de troonzaal van Osiris, de hal van het oordeel. Osiris, Egyptisch : Usir, User is een latere vermannelijking van Isis-Serket, de dubbelgodin US-SER, als een beeld van de tronende moederschoot van de onderwereld. Oorspronkelijk was het zesde uur de ingang tot de troonzaal van Isis-Serket, US-SER. Van hieruit werd MOA, de woeste wildernis godin van de Wet en de Arena uitgezonden om de heilige gebondenheid te brengen, haar touwen uit te werpen. Zij is in de Israëlitische religie Abbadown, de Vernietigster. In het boek Iyowb staan de Onderwereld en de Vernietiger, Abbadown, naakt, zonder bedekking, voor het Aangezicht van God (26 : 6). Zij zijn

153 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication