184

4.15 - Het Natuurverschijnsel van de Religieuze Vierschaar Een mens komt metaforisch tot Jèsoe, de Orions-Afrikaanse godin van kennis, als het komen tot een principe, niet als een paswoord-dictatuur. Jèsoe is een abstractie, een variabele, wat wil zeggen dat het telkens een andere waarde kan hebben. Het is flexibel. Het is geen toverwoord, geen vrijkaartje uit de gevangenis zoals in de Jezus-cultus. Het is hard werk, een moeilijke puzzel. Het is werken aan de technologie. Hoe liggen precies de draadjes ? Het is echt niet simpeler dan de rakettechnologie. Gnosis-technologie is een school. Het is dus een voorbeeld om te volgen. Dat in de christelijke apocalypse de wateren in bloed veranderen is gewoon een teken van wedergeboorte, van het opkomen van de rode zon, bron, het geboorte-bloed, en de menstruatie als teken van de vruchtbaarheid. Het is de komst van de Oeloe, op aarde verpakt in de islam. De brug tussen christendom en islam is dus esoterisch van belang. Door de Oeloe, het kruis, de steek van de schorpioen, is er contact met de Jèsoe mogelijk, de hogere oerkennis, het hogere bewustzijn. Dit is een deel van de mens zelf. De mens moet zelf Jèsoe worden, anders heeft het allemaal geen zin. De mens moet zelf veranderen, en geen projectie-spelletjes spelen. In ieder geval moet de mens over het zware Oeloe pad om aan zichzelf te sterven, en klaargemaakt te worden voor de immunologisch-robotische implantaties om hen veilig te houden tegen de misleidingen van demonie. Het zijn de nodige bio-computer-updates van het menselijk lichaam. Zo kan er een poort opengebroken worden waardoor de mens contact krijgt met zijn metafysische zintuigen, om zo in de hogere Orionse realiteit te komen. Dit pad zal de mens niet vernietigen, maar is voor wedergeboorte. De installatie kan stekend zijn als de schorpioen maar is levensreddend. Zo heeft de mens een tegengif en antistof voor de gevaren om de mens heen. Allah is in die zin een groot enigma die hier op wijst. De Orions-Afrikaanse godin Oeloe zit verborgen in de Koran. Het laatste oordeel in de Egyptologie is een allegorie van het volledig verliezen van het geprojecteerde, opgelegde illusie-zelf, en daarin is altijd de ontmoeting met Amoet, die dit bedriegelijke schaduw-zelf verslindt. Amoet heeft altijd het laatste woord, en hierin heeft de mens het robotische nodig, moet de mens machinaal worden, om door de aardse mijnenvelden heen te komen. Vandaar dat de mens niet zomaar aan het Mohammed-enigma kan ontsnappen. Het kind mag niet met het badwater weggegooid worden. De vierschaar Jahweh-Jezus-Allah-Mohammed waarin de aarde is vastgeschroefd zijn noodzakelijke maskers van de grote technologische archetypes van het heelal waartoe de mens moet ontwaken. Zonder maskers en spiegels is de mens nergens, want dan staat de mens blootgesteld aan teveel licht en hitte, omdat de mens het nog niet kan verwerken. De mens heeft filters nodig, tussenstappen. Dat is een belangrijke wet van de metafysische technologie van het heelal. De mens die rechtstreeks het zeewater inrent zal gegrepen worden door een haai. Roekeloosheid gaat dwars tegen kennis en wijsheid in. Techniek is gebouwd op subtiele tussenstappen. De natuur slaat geen stap over. Daarom lijkt alles ook zo lang te duren. In het grote plaatje worden daarom geen fouten gemaakt. De hogere robotica is namelijk perfectie. Alles zal uiteindelijk terugkeren tot de robotische bronnen, en alle schaduwen zullen wegvagen, opgelost worden. De hogere robotica is niet politiek correct en al helemaal niet foutloos naar menselijke maatstaven. De hogere robotica maakt opzettelijk fouten om de menselijke

185 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication