Vandaar dat het Eeuwig Evangelie ook spreekt over de komst van de wereldschepen waarin grote "behoudenis" is en die de mens zal terugleiden tot de verhalen. Er is een grote Eeuwig Evangelische mythologie rondom de wereldschepen. 1.2 De Arcturische Lens in Babylonische Mythe Het leven is heel economisch. Je hebt iets gekocht of gehuurd en daar hangt dan een prijskaartje aan en mogelijke belastingskosten. Als je een monster hebt verslagen en je hebt daarvoor een bepaald wapen gebruikt, dan moet het wapen ook betaald worden, de ammunitie en betaal je wapenbelasting enzovoorts. Naast het Egypte-fundament van de civilisatie, zwaar verstopt onder het christendom overigens, ligt er ook het Babylonische fundament, wat gelijk opliep. Het is belangrijk voor het begrijpen van het christendom en de Arcturische lens. Ook dit fundament werd naast het Egyptische fundament zwaar gebruikt in het tot stand laten komen van de bijbel, en toen moest dit fundament dus ineens snel verborgen en gedemoniseerd worden, want dit was de gevoelige plaats van de christelijke kerk. Hier had de christelijke kerk haar schuilplaats. Laten we kijken hoe dat gebeurde : De Babylonische oergodin van de zoute oerzee van chaos en schepping was Tiamat, een Akkadisch-Babylonisch woord, wat later door de Israëlieten werd overgenomen als de Tehom diepte van Genesis 1:2, waaruit de schepping voortkwam. Tiamat of Tiamut is T-Amoet, wat in het Egyptisch betekent "de Amoet" of "de zee Amoet", wat laat zien dat dit Amoet, de zondeverslindende baarmoeder, in haar zee-vorm is. Vanwege de wet van contrasten bracht zij uiteindelijk Marduk voort, een boerse en stadse staatsgod, als een soort van Arcturische lens in de Babylonische mythologie, die haar verscheurde, opsplitste, en zo een deel van haar gebruikte voor de hemel, en een ander deel voor de aarde. Zo werd dit op aarde geprojecteert als een illusie waarin een "godenzoon" zijn moeder, de oermoeder van de godenwereld, ombracht om zich op haar troon te zetten, wat ook min of meer in de gnostische mythologie gebeurde, waarin het verblindende licht, Sabaoth, de oerduisternis verslond, en zo de wijsheid, sophia, en de kennis, gnosis, de gnostische oermoeders, versluierde. Hij volgde hierin zijn vader, Yaldaboath, op, die hier al mee was begonnen, maar Sabaoth vond hem nog te duister. Deze overgang zien we ook terug in de overgang van het OT naar het NT, van Yahweh naar Jezus, oftewel van het Judaïsme tot het christendom.
208 Online Touch Home