213

1.6 De Zoektocht naar de Heilige Veer In het Babylonische deel van Orion zien we het wijsheids-principe genaamd Soera als de bewaker van de Wet. Niemand mag zomaar zonder wijsheid de wet hanteren. Dit zien we op aarde terug in de diep metaforische en esoterische wetten van de Koran. Die zijn namelijk allemaal onderverdeeld in Soera's. In de Afrikaans-Orionse mythologie van de psychologie is Ajawoe de grote wijsheidsmoeder, die op aarde vervangen werd door haar arrogante tegenpool beunhaas : Jahweh, oftewel de blinde god en demiurg, de valse tussengod van de sluier tussen de materiële aarde en de metafysische werkelijkheid, zoals de gnostiek hem beschouwt. In die zin bewaakt Ajawoe de Oeloe-wet in deze mythologie. Omdat er een groot contrast is tussen het Jèsoe principe in de hogere Orionse gnosis en de bloedleer van de Westerse literalistische Jezus op aarde is een belangrijk onderdeel van de gnostische beweging op aarde altijd "de zoektocht naar de heilige graal" geweest, om toch een beter zicht te krijgen op wat het zogenaamde "bloed van Jezus" dan daadwerkelijk inhield, of oorspronkelijk was voordat het corrupt werd. Deze zoektocht werd in verschillende tradities beschreven. In de gnostiek werd de heilige graal vaak beschouwt als een metafoor van de baarmoeder van de gnosis. De mens kon zo ontsnappen aan alle corrupte reflecties in het in slaap gedutte christendom wat meer op een markt gericht was dan op de gnosis, meer op politiek gezag dan op waarheid. In het Egyptische filosofische gnosticisme was er ook een andere belangrijke zoektocht, namelijk de zoektocht naar de heilige veer van Moat, de veer van de wijsheid, de waarheid en de wet, de veer van gerechtigheid. Deze veer zou het hart testen om zo doorgang te geven tot het paradijs, namelijk het verhoogde bewustzijn, het hogere inzicht. Wel liep de mens zo het risico verslonden te worden door Amoet als het hart niet oprecht was. Daarom ging de zoektocht naar de heilige veer altijd gepaard met grote voorzichtigheid en zelf-onderzoek. Dit heeft zijn oorsprong in de Orions-Afrikaanse metaforische filosofie, als de droom-psychologie waarin de heilige veer een beeld is van Ajawoe, de moeder of het moederlijke deel van Jèsoe. De heilige veer is het zuiverende, oftewel begrijpende, element van Jèsoe. Er is geen bloedleer zoals in het christendom dat een onschuldige moet sterven om schuldigen schoon te wassen, geen zondeboktheologie. Hoogstens komt het bloed metaforisch voor als het bloed van de menstruatie en de geboorte, en als het bloed van de vijand, maar dit leidt helemaal terug tot het hart van Jèsoe, tot de dierentotems van het hogere zelf, die de poort openen voor de zoektocht naar de heilige veer. Al deze wegen leiden dus terug tot de heilige veer van Jèsoe : Ajawoe, het wijsheids-principe, het heilige loon en de decodering van alle dingen. Zo is dus de heilige veer net als in de Egyptologie de poort tot het verhoogde bewustzijn, die de cirkel van de gezichtspunten heeft leren verstaan en tot het centrum daarvan, tot de as ervan, is aangekomen. Dit is het grote "Arrival", het aankomen (arriveren). De heilige veer is zoals de vogel hoog boven alle dingen, verbonden aan de hemel. De heilige veer

214 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication