245

Spreuken 8 10 Neemt Mijn tucht (onderwijs, instructie) aan, en niet zilver, en kennis (wetenschap), meer dan het uitgelezen uitgegraven goud. 33 Hoort de tucht, en wordt wijs, en verwerpt die niet. Spreuken 1 7 De dwazen verachten wijsheid en tucht. 8Hoor, mijn zoon, de tucht van uw vader en verwerp de onderwijzing van uw moeder niet; 9want zij zijn een liefelijke krans voor uw hoofd, een keten voor uw hals. Spreuken 27 5 Een onomwonden bestraffing is beter dan verborgen liefde; 6 oprecht gemeend zijn de wonden door een vriend geslagen, maar overvloedig zijn de kussen van een vijand. 29Omdat zij de kennis hebben gehaat en de vreze des Heren niet hebben verkozen, 30mijn raad niet hebben gewild, al mijn vermaningen hebben versmaad, 31zullen zij eten van de vrucht van hun wandel en verzadigd worden van hun raadslagen. 32Want de afkerigheid der onverstandigen zal hen doden, de zorgeloosheid der dwazen zal hen te gronde richten. 33Maar wie naar mij luistert, zal gerust wonen, beveiligd tegen de verschrikking van het onheil. Spreuken 19 18Straf (onderricht, disciplineer) je zoon zo lang er nog hoop is, en bekommer je niet om zijn gejammer. Spreuken 12 1Wie tucht liefheeft, heeft kennis lief; maar wie terechtwijzing haat, is dom.

246 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication