268

verderf zaait. Ook het verhaal van Mozes en de brandende braamstruik is een heenwijzing naar het eendagskruid in de woestijn. 4.19 Leiding in de Woestijn Het verhaal van Mozes is in de grondtekst gewoon metaforisch, en ook dualistisch van aard. Het volk Israël is in Egyptische ballingschap, in slavenketenen, wat ook gezien kan worden als een beeld van de heilige gebondenheid. Israël was door Egypte van de hongersnood gered, en kwam zo in het diensthuis terecht als een soort van terugbetaling. Natuurlijk heeft deze mythe ook een negatieve uitleg, maar we gaan nu even uit van de positieve uitleg. In het metaforische kunnen er verschillende kanten opgegaan worden. In ieder geval was Israël in de "kooi" van Egypte, en moest toen tot de diepte van die kooi gaan, en kwam zo in de woestijn terecht. Dit is ook een teken dat wanneer we het heilige touw hebben ontvangen, de heilige leiding, oftewel de hemelse robotiek die ons beschermd, we het niet zomaar ineens heel makkelijk hebben. Integendeel : we worden geisoleerd in de woestijn, gedreven tot de woestijn-periode. We moeten die woestijn in ons leven aanvaarden, als de diepte van het kruis en de kooi. Alleen de kooi is niet genoeg. We moeten ook de leegte in, de afzondering, om zo anders te zijn dan anderen. Het boek Jozua is het boek van het hemelse touw als symbool van redding, en in hoofdstuk 5 leidt dit tot de besnijdenis. De besnijdenis is een hyperbool, m.a.w. het is niet letterlijk, maar een overdrijving om iets te beklemtonen. Het is niet de bedoeling in je lichaam te gaan snijden, maar het gaat om de besnijdenis van het hart. D.w.z. er worden dingen uit je leven weggesneden als je het hemelse touw hebt ontvangen, nl. de dingen die je tegenhouden in je groei in de gnosis. De besnijdenis zondert dus ook af, als gevolg van het ontvangen van het hemelse touw, de hemelse robotiek. De besnijdenis is een hyperbool, overdrijving, van de demonologie. De bijbel staat vol met zulke hyperbolen, aburdisme, wat niet letterlijk genomen mag worden. Het hoort bij de zwaar poëtische Hebreeuws-Aramese cultuur. Het hemelse touw, het rode touw van Rachab, is een beeld van de heilige gebondenheid, de volkomen gehoorzaamheid. Als de Israëlieten niet volkomen metaforisch met de vijand zou afrekenen en nog dingen achter zou houden, dan zou dit zich gaan wreken. Vandaar dat Leviticus ook over het volkomen offer gaat, en dat gaat over de mens zelf. De mens moet zijn eigen vlees offeren, waarvan de dieren slechts een symbool zijn, en geen materiële letterlijkheid, want dan zou het crimineel en dierenmishandeling zijn. We hebben hier dus weer te maken met een hyperbool, een overdreven, abstracte voorstelling om een boodschap over te brengen in verhaal-vorm. Natuurlijk is er door de tijden heen misbruik gemaakt van deze teksten. In hoofdstuk 7 van het boek Jozua zien we dat Achan uit de stam Juda iets van het gebannene wegnam en toen onder de toorn van God kwam. Achan die zich vergreep aan het gebannene legde zo het fundament voor de

269 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication