286

Egyptische hieroglyphen. De ND (NOD) hieroglyph is het kruis, en wordt vaak afgebeeld met een pot, de NU, die er naast en onder ligt. Deze hieroglyph wordt de toetser genoemd, en ook de beschermer, als defensie, en is tegelijkertijd de communicator, de messenger. De NFR hieroglyph is een kruis op een gesloten ruimte, als een cirkel. Beide hieroglyphen wijzen op de kooi van Aser (Osiris) die eronder ligt. Het kruis heeft als uiteindelijke doel om ons tot de hemelse kooi te leiden, de heilige gebondenheid, of verbondenheid, met de hemelse Wet. Hierin kunnen alle valse wetten van de lagere aardse gewesten, van de lagere wil, afsterven. Alle vormen van aardse gebondenheid zijn schaduwen van de hemelse verbondenheid. In Egypte was de NFR hieroglyph een verwijzing naar de kroon van Boven Egypte, en betekende "goed en mooi". Demonologisch gezien leiden het kruis en de kooi tot de ware schoonheid en de ware overwinning, waarvan de Egyptische kroon een symbool is. Ook stond de NFR hieroglyph van "kruis en kooi" voor "keel en hart". 1:4 - Wanneer Edom (het volk van Isav) zegt: Wij zijn verwoest, doch wij zullen de puinhopen weer opbouwen – zo zegt de Here der heerscharen: Laten dezen bouwen, maar Ik zal afbreken; men zal het noemen: gebied van de rasha, en: het volk waarop de Here voor eeuwig toornt (ook : eeuwige verwerping). Dit is een dualistisch vers. De RASHA stam is in het Hebreeuws de stam die afrekent met het huichelende recht van de stad. Het is ook de heilige onrechtvaardigheid, als de heilige vijand. De RASHA stam bespioneert het systeem van stadse wetsgeleerdheid en zoekt het te onderwerpen (Psalm 37 : 32). Zij zijn sterk anarchistisch en atheistisch in hun rebellie tegen de stad, maar zij zijn strijders van de woestijn moeder. David zei dat zij een nomadische stam waren. Zij trokken verder en niemand kon hen nog vinden. In het Aramees betekent dit dat zij niet meer overwonnen konden worden (Psalm 37 : 35-36). Ook zijn de RASHA stammen de recorders van de gerechtigheid, die alles vastleggen op tabletten in hieroglyphen. De "eeuwige toorn en verwerping" dient vertaalt te worden als "eeuwige toets", als het eeuwige Pniël waarin alles veilig en verantwoord blijft. 1:2 - Ik heb u liefgehad, zegt de Here. En dan zegt gij: Waarin hebt Gij ons uw liefde betoond? Was niet Esau Jakobs ach, broeder? luidt het woord des Heren. De ach, de metaforische "broeder" is dus het duistere schaduwzelf van de mens in de onderwereld, en dit in positieve zin als de toetser, de heilige vijandelijkheid, en die toetser moet dus vereeuwigd worden, zodat er geen gaten ontstaan in het toetsen. Wij moeten komen tot het eeuwige toetsen, de eeuwige onderscheiding, om zo veilig te zijn, "gebonden" te zijn in de heilige wetten van de demonologie. Dit gebeurt op het eeuwige Pniël, waar Jakob de goden moest toetsen door met hen te worstelen. Ons toetsen, onze "broeder", ons schaduwzelf, moet dus volkomen worden. Dat is ook wat ML betekent in het Aramees in het woord Maleachi, ML.ACH. ML betekent volkomen, als de overstroming, als de eerste melk na de (weder)geboorte. Maleachi betekent het volkomen worden van de broeder, als de vereeuwiging van het toetsen, van de communicatie, als een gevoeligheid die zijn climax bereikt, waardoor de zintuigen spontaan opengaan. Deze climax van het metaforische broeder-principe is de vader. De zoon is metaforisch, als het innerlijke kind van de vader, een deel van de vader zelf. De zoon staat voor het luisteren en gehoorzamen, wat ook de betekenis is van het geloof in het Grieks, pistis, en wat het Westen helemaal verkeerd vertaald heeft. In het Engels staat geloof als faith verbonden met faithful, wat getrouw betekent. De zoon is dus een bepaalde gevoeligheid die zijn climax krijgt in de vader-metafoor, wat onderworpenheid betekent, waarin de lagere wil afsterft. Het vader-principe is de climax van de demonologie, waardoor er dus

287 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication