288

gebeurt door de openbaring van de tweede bijbel. Alles zal teruggaan naar het museum. Alles zal zijn rechtmatige plaats krijgen. Door bovenstaande kunnen we nu ook deze woorden van Jezus begrijpen : Lukas 14 26 Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn. Haten betekent in deze zin dus testen, en niet zomaar blindelings volgen, en niet zomaar een jaknikker worden naar hen. Haten betekent positief het onderzoeken, bestuderen, zonder vooroordelen, dus dat gaat veel verder en dieper dan valse liefde. In die zin heeft de heilige haat dus veel meer met tederheid en zorg te maken dan de westelijke christelijke liefde die de kennis probeert te verblinden. Zij volgen niet Jezus en het ruwhouten kruis, maar zoete, lieve Gerritje die elk degelijk onderwijs in de demonologie van hen afhoudt door verwennerij en magische woordjes, als slaapliederen. De mens heeft zich allerlei beelden gevormd van anderen, als afgoden of vooroordelen. Al deze zelfgemaakte beelden moet de mens "haten" in de zin van loslaten en afleggen, om zo de woestijn in te gaan, het symbool van de onthechting, de leegte. In de diepte van de woestijn mag de mens zo komen tot de ware weerspiegelingen van de gnosis, om dit pad te volgen, om zo te komen tot de hemelse zee in de eeuwige woestijn. Hoofdstuk 9. De Egyptische Wortels van Habakuk en Zefanja Habakuk is een wat korter profetisch boek van het Oude Testament, zogezegd behorende tot "de kleine profeten", net zoals Maleachi. Habakuk leed aan ernstige profetische visioenen van geweld, en aan woede-uitbarstingen ten gevolge hiervan. Vooral in het Aramees wordt dit dieper en beter beschreven dan de latere Westerse vertalingen. In het Hebreeuws wordt duidelijk dat alhoewel deze visioenen en uitbarstingen heel erg zijn het ook een orakel is. 1:2-4 Hoelang, Here, roep ik om hulp, en Gij hoort niet; schreeuw ik tot U: geweld! en Gij verlost niet? Waarom doet Gij mij ongerechtigheid zien, en aanschouwt Gij ellende? Ja, onderdrukking en geweld zijn voor mijn ogen, en er is twist, en tweedracht verheft zich. Daarom verliest de wet haar kracht, en nimmer komt het recht te voorschijn, want de goddeloze omsingelt de rechtvaardige,

289 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication