boerse accenten. Je kan er dus wel op een hele andere manier tegen aan gaan kijken, en dat is een hele uitdaging. Heel lang geleden had ik een droom waarin ik bijbelboeken zag als kooien waarin wilde vrouwen waren opgesloten, natuur-vrouwen, die de personificaties van de verschillende aspecten van de moeder aarde waren, de bovennatuurlijke aarde dwars door alles heen. Zij waren als wilde beesten en ik wist dat ze één dag zouden losbreken. Vandaar dat ik me ook altijd gewijd heb aan de natuur-uitleg van de bijbelboeken, om zo de kooien los te maken. Aan de andere kant zijn deze kooien de sluiers van de moeder aarde, van de natuur-kennis, als de voorhangsels van de tempel, dus het is weer heel dualistisch. In wezen waren de bijbelboeken oorspronkelijk dus een soort van godinnen. Vooral ook in de grondteksten komt dit naar voren, en het is een onderwerp wat me blijft boeien : de verborgen Godin in de bijbel, want één ding is zeker : de vrouw als archetype moet in deze wereld hersteld worden. Er moet een beter zicht op komen wat de vrouw precies is, op het principe en de metafoor ervan. Toch moet Zij zich ook blijven versluieren tot de tijd van openbaring en manifestatie. De diepte van dit alles brengt geduld. Diepte is dus de sleutel tot geduld, en zij die die diepte niet hebben zullen weggezogen worden door ongeduld en overmoed. Diepte is een belangrijke schuilkelder tegen de stormen. Filippi betekent in de Griekse grondtekst een paardrijder, oftewel als de vrouw op het beest. Vandaar dat je het hele Filippenzen traject in het Nieuwe Testament, wat overigens een gevangenisbrief van Paulus was, kunt zien als een tunnelcomplex, vers voor vers. In elk vers zit een diepe sleutel verborgen, om zo verder te komen. Elk vers heeft verschillende lagen, en omdat het christendom de grootste religie op de wereld is, kunnen we niet zomaar hieraan ontkomen, maar moeten we het raadsel oplossen. Het is een kooiencomplex, en de sleutels moeten gekend worden, en uitgeoefend worden. Het is een buitenaardse kooi op de mens geforceerd. Het christendom kwam door buitenaardse invasies van voor het menselijk oog onzichtbare wezens. Het hele gevangeniswezen moet omgevormd worden. Ik heb het Paulus personage altijd interessant gevonden, vanwege zijn werk in de gevangenis, en zijn betogen over hoe met het lijden om te gaan, en ook zijn strijd tegen het materialisme. Ik voelde altijd dat er een groter mysterie achter verborgen ging. Ik weet nog wel dat ik op de bijbelschool een heel klein kamertje kreeg, en dat ik achter mijn bureau zat en blij was dat ik nu eindelijk alle tijd had om het eens te bestuderen wat het nu eigenlijk was. Zo kon ik toen al sleutelen aan de gevangenis-wand. Ik zat achter mijn bijbeltje, en bladerde door de brieven van Paulus en er kwam een onbeschrijfelijke blijheid en rust over me heen, een gevoel van veiligheid. Maar ik kon niet grijpen wat het was. Ik was mijn ontmoetingen met theofanische vrouwen in hele heftige dromen als kind zijnde alweer vergeten. Ik sprak er ook niet over. Ik zat diep in de kerk-gevangenis, maar ik zag een straaltje licht. Er groeide iets in mij, maar ik wist niet wat. Natuurlijk had ik daar wel mijn christelijke baby-taal voor om het uit te leggen, maar het was iets anders, iets diepers. Ik had contact met een moeder, maar zo werd dat niet geuit. Later begon ik steeds meer door de christelijke kermissen heen te prikken, en ik kreeg het aan de stok met de bijbelschool leiding, op mijn tweede bijbelschool, want ik was inmiddels verhuisd. In hun ogen was ik te rebels en eigenzinnig, maar inmiddels had ik diepe ervaringen met de andere wereld en dat botste gewoon. Ik begon in te zien hoe hypocriet ze veelal waren, en zelf niet eens volgens hun boekje leefden. Ik was niet de enige die dit inzag, want ook anderen begonnen te vertrekken. Er werden veel machtsspelletjes gespeeld, en toen viel voor mij ook uiteindelijk het doek. Ik had het helemaal gehad. Nog steeds heb ik ook heel veel goede herinneringen van die tijd,
352 Online Touch Home