niet het vage, blinde geloof wat westerse christenen er vaak op na houden vandaag de dag. Toen Saul (Paulus) in de gevangenis was en de Filippenzen dit hoorden stuurden ze Epafroditus naar hem toe met gaven om hem te helpen, en toen gaf Saul hem een brief mee voor hen. Epafroditus betekent toegewijd aan Aphrodite, de moeder van Charis (soms in het meervoud). In de Bijbel is geloof de bron van genade, telkens weer. Geloof, pistis, is in die zin de moeder van genade, charis. Het ware geloof is de verbondenheid aan de kennis, ook een aspect van Aphrodite. De liefde is in de bijbel het grootst, zelfs boven geloof. De ware liefde is de testende baarmoeder, de onderscheidende kennis. Conflict-situaties en restricties zijn dus belangrijk, als een onderdeel van de ware liefde, de agape. De liefde van de lagere wil is allemaal omkoperij, dus vandaar dat het om de kennis draait om hiertegen veilig te blijven. Zo zien we verschillende aspecten van de hemelse gebondenheid, als de herdefinitie van de christelijke pilaren : 1. genade als de hemelse werkingen door de heilige gebondenheid 2. geloof als de hemelse verbondenheid door de heilige gebondenheid 3. liefde als het hemelse toetsen door de heilige gebondenheid De heilige gebondenheid is de sluitsteen van de oneindige, eeuwige kennis. Ook Colossi, het daaropvolgende boek, is een godin, een gepersonificeerd aspect van kennis. Het offer op het altaar is in de grondteksten een metafoor van het nomadische leven, van de brug, waardoor er ook contact komt met anderen. Saul (Paulus) verheugd zich hierin. Saul heeft zich in die zin geofferd aan Colossi. In de grondteksten komt het altijd weer neer op zelf-offering, en dit is altijd metaforisch. Het is een zinnebeeld van het toetsen, zodat alles zuiver blijft. Toetsen betekent analyseren, onderscheiden, de diepte ingaan. Toetsen is studie, en je niet laten misleiden door de oppervlaktes van de dingen. Daarom lijden wij in het leven, zodat we dieper en dieper kunnen gaan. Het kruis is de gevoeligheid die alle delen met elkaar verbindt, als een communicatie-systeem, tot één lichaam. Al deze dynamieken bevinden zich in jezelf. Het is je innerlijke zelf-familie. Dat is ook wat Colossi betekent : het grote, allesomvattende geheel. In de grondtekst staat Saul voor haar als voor een wild beest, en zij heeft meerdere koppen, die haar verschillende aspecten uitbeelden. Colossi is een vrouwelijk woord en meervoudig. Saul bewondert haar als een kerk, als een geheiligd lichaam, wat ook in de bijbel wel vaker als een vrouw wordt gepersonificeerd. Colossi is deels vrouw en deels beest, verbonden aan de natuur. In de diepte is dit net als Filippi weer een vrouw op een beest. In de Geneva bijbel, in Colossi, wordt het kruis beschreven als een triomferende strijdwagen. Het is een nomadische dynamiek, zoals de vrouw op het beest. Soms is het beest een beeld van de baarmoeder. Al deze dingen horen bij elkaar. Ook Colossenzen is een gevangenis-brief van Saul. Aan het einde ervan draagt hij de Colossenzen op zijn gevangenschap, zijn banden, te herdenken. Saul is in het beest om tot wedergeboorte te komen, tot de bevrijdende werking van het tot inzicht komen. Het is heel dualistisch, net zoals het boek Openbaring heel dualistisch is als het over de wilde beesten gaat. Het is een paradox van kunst. Het is om los te komen van de lagere aardse gewesten. Colossi neemt hem mee naar boven. Colossi gaat over de heilige spiegel, het spiegelbeeld van het onzichtbare goddelijke, waardoor de
356 Online Touch Home