tucht weten. 10 Zij haten in de poort dengene, die bestraft (opkomt voor het recht), en hebben een gruwel van die oprechtelijk spreekt. 11 Daarom, omdat gij den arme vertreedt en een last koren van hem neemt, zo hebt gij wel huizen gebouwd van gehouwen steen, maar gij zult daarin niet wonen; gij hebt gewenste wijngaarden geplant, maar gij zult derzelver wijn niet drinken. 12 Want Ik weet, dat uw overtredingen menigvuldig, en uw zonden machtig vele zijn; zij benauwen den rechtvaardige, nemen zoengeld, en verstoten de nooddruftigen in de poort. 13 Daarom zal de verstandige te dier tijd zwijgen, want het zal een boze tijd zijn. In hoofdstuk 6 wordt duidelijk dat de ballingschap helemaal tot de wildernis leidt, zodat de mens wordt teruggedreven tot de natuur. Ook wordt het rijken banket weggenomen, opdat de mens tot soberheid komt, om zo meer open te staan voor het geestelijke, het diepere. In hoofdstuk 7 komt Amos terecht in een gevecht met de priester Amazia van het Noordelijke tien stammenrijk waar Amos naartoe was gezonden. Amazia is niet gediend van de woorden die Amos spreekt, dus hij wil dat Amos weer teruggaat naar het Zuiden, naar Juda. Maar dan richt Amos zich ook tot Amazia, en predikt ook tot hem een zware boodschap. Amos komt dus in een arena terecht en wordt op de proef gesteld, zoals ook Jakob op de proef werd gesteld. Maar ondanks dat blijft Amos wel de boodschap verkondigen. In hoofdstuk 8 profeteerd Amos dan over de komende honger, de komende Ramadan, een groot vasten. De mensen zullen zoeken naar de hemelse woorden, maar ze zullen het niet vinden. De poorten van de hemel zullen gesloten blijven, en liederen zullen worden tot geween. Eerst zal de mens namelijk moeten komen tot de woeste ledigheid om zo geheel los te komen van alle valse, bedriegelijke woorden en liederen. Eerst moet de mens tot diepe verbrokenheid geleid worden. Wat het doel hiervan is zien we in het laatste hoofdstuk van het boek Amos, hoofdstuk 9, waarin al het lijden wijngaarden voortbrengt met zoete wijn. 13 Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere, dat de ploeger den maaier, en de druiventreder den zaadzaaier genaken zal; en de bergen zullen van zoeten wijn druipen, en al de heuvelen zullen smelten. 14 En Ik zal de gevangenis van Mijn volk Israël wenden, en zij zullen de verwoeste steden herbouwen en bewonen, en wijngaarden planten, en derzelver wijn drinken; en zij zullen hoven maken, en derzelver vrucht eten. 15 En Ik zal ze in hun land planten; en zij zullen niet meer worden uitgerukt uit hun land, dat Ik hunlieden gegeven heb, zegt de Heere, uw God. Het loopt gelukkig dus allemaal goed af in het boek Amos. Dit is dus de rijpende vrucht van de leerschool van het toetsen. Soms als we het moeilijk hebben en we staan al klaar om de volgende klap op te wachten dan kan zo ineens ons lot keren, omdat het daarvoor het seizoen is. Er is niet alleen maar een oordeel wat steeds erger wordt. Neen. We moeten ons richten op wat het voort brengt, het uiteindelijke doel. Dan lees je over God die het volk oordeelt in de mythologie van Israël, in hun gelijkenissen, en als je dan denkt dat alles nog erger wordt, dan draait God ineens alles om, en dan oordeelt God niet meer, maar dan lokt God het volk tot de wildernis (Hosea 2:13
374 Online Touch Home