Zonder de taal heet het Woord natuurlijk geen inhoud, en ook de Kerk niet. De Taal draagt dus de Kerk en zo ook het Woord. Parvati is de dochter van de bergen en de godin van de taal die de verbonden die alles verenigen voorbracht. Zij is de vrouw van Shiva (zoals Kali en Durga). De Kerk en het Woord komen voort vanuit de hemelse taal die zij voortstelt. Door de hemelse verbonden kan ook de demonologie plaatsvinden waardoor alles gezuiverd kan worden. De mens kan zo loslaten. In het Shivaïsme binnen het hindoeïsme staat zij centraal samen met Shiva. Parvati komt niet alleen van het woord parvata, berg, maar betekent ook rots. Dit verduidelijkt ook het schriftgedeelte waarin Petrus werd aangesteld als de rots waarop de gemeente gebouwd zou zijn. Parvati, de taal, is de rots waarop de kerk gebouwd is, en zo ook het Woord. In het Orions-Indiaans, in het Èrkgebied, is zij genaamd Polè. Taal is dus geen exacte wetenschap naar menselijke maatstaven, maar wel naar hemelse maatstaven, voor hen die het totaal-overzicht hebben of ermee in contact staan door de heilige gebondenheid. Er zijn dus in de diepte absolute waarden te vinden, maar die zijn niet menselijk. "God" is iets abstract, als een orakel, maar in de diepte voor hen die daarvoor klaar zijn is het weer zeer concreet. Voor "God" is de chaos geen chaos, maar een grotere orde die de mens nog niet kan overzien. Als mens zijnde breken we daar ons hoofd over. Onze taak is in de heilige gebondenheid te komen, wat alleen een diepte-ervaring is. Dit zal nooit aan de oppervlakte gebeuren. Dit is iets waar het boek Zefanja in de diepte over gaat. Esav, SV (siva) komt tot het rode (lakshmi, de rijkdom van het Woord), wat gedragen wordt door de kom, als een beeld van de kerk, het pad. Hij drinkt ervan en komt in aanraking met de hemelse taal, de berg van Parvati, als een openbaring die zowel het woord als de kerk, het pad, draagt. Hij komt tot Parvati, tot Polè in het Orions. Dit is heel eenvoudig te verklaren. Zodra je de hemelse taal kent, zul je ook daadwerkelijk het pad gaan zien. De Levitische Bijbel zegt hier verder over : "In het Orions een priester is een Sioux, een Su of Suw, wat ook Aramees is voor Esau. Esau, Suw, betekent ook priester in de wortels, ASAH. Suw was een priester van de Meownah, de duistere priester-tent van de Amazonen, een plaats en hol van wilde dieren, zoals ook Iyowb dat was. Esau, Suw, had Hettitische vrouwen, wat een beeld is van dat hij de berg van de moeder God was opgegaan. De Hettieten waren een bergvolk in het Noorden van Kanaan. De Israelieten moesten tot het Hettitische geheim komen, 'de berg opgaan.' Suw beeldde dit uit. Berg is ook borst in het Aramees. Wij moeten dus komen tot de moeder borst." Ook Jezus draagt de Esau wortel nog in zich : J-ezau-s. In het Aramees is Jezus gewoon Eshu. Zefanja 3:9-Maar dan zal Ik de volken een pure taal (saphah) geven, opdat zij allen de naam des Heren aanroepen; opdat zij de Here dienen met eenparige schouder. De taal, Parvati, is dus van belang om weer in de eenheid van de kerk te komen. De mens zal dus hiervoor moeten terugkeren naar het Indologische Parvati mysterie, en niet denken : "Oh, dat is allemaal de ver van mijn bed show, dat heb ik dus niet nodig." Het zijn namelijk belangrijke puzzelstukjes. Ook saphah, de taal, ligt in die zin ten grondslag aan de naam van Zefanja. Openbaring 12
421 Online Touch Home