Het zwijgen wijst terug op een wachter voor de mond krijgen, wat Zefanja hier krijgt, als de nomadische Siva die komt tot zijn innerlijke kind met de olifantenkop, Ganesha. Dit gebeurde door toedoen van Parvati. Zonder Parvati zou Siva-N, Zefanja, nooit de wachter voor de mond hebben gehad. Parvati gaf geboorte aan Ganesha, als een beeld van de innerlijke Siva. Er gebeurt een verschrikkelijk oordeel in het boek Sefanja. Het is als de komst van Kali, Kèlè, als de naakte Abaddown, de vernietiger, die voor het aangezicht van de Here staat in het boek Iyowb. Zij is de bewaker van de oer-afgrond, van de baarmoeder. Zij kwam om Iyowb daarnaar terug te nemen, en Iyowb wist dat hij ook de naaktheid in zou moeten gaan, als ontmaskerd. Kali stond in haar naaktheid op de naakte abad, Siva. Haar sieraden waren gemaakt van mensenschedels. Zo vreesde de abad de natuurkennis, omdat die allereerst zeer verwoestend was. Eerst moest er zoveel afgelegd worden. En dan zien we een overblijfsel in dat oordeel, die een gezuiverde tong hebben, een getemde tong, een wachter voor de mond. Zij zullen geen leugen spreken. Zij hebben een voorzichtige tong, vol van heilige vreze. De abad Siva is tot een Ganesha geworden, Kaïn-Ezau. Kaïn betekent het klagen. Het is het klagen van Ezau. Er zijn geen hoogmoedige en overmoedige woorden meer. De mond is vervuld met klaagliederen. Gan is ook tuin in het Aramees, als de tuin van Ezau, of het beloofde land van Ezau, het Kanaan van Ezau (KN). Ps. 119:20 - Mijn ziel is verbroken vanwege het verlangen naar uw oordelen ten alle tijd. Als we dan gaan inzien hoe belangrijk het oordeel is over het ego, dan gaan wij ernaar verlangen, zoals ook Iyowb verlangde naar Abbadown, en zoals Siva verlangde naar Kali, Kèlè. Hij wist dat hij alleen door Abbadown, de wachter van de afgrond, tot de oerbaarmoeder kon ingaan. Hier was hij naakt uit voortgekomen, en zou hij naakt tot wederkeren, wat symbolisch is in de zin dat er niets tussen ons en de natuurkennis mag zijn. Wij mogen niets voor de natuurkennis achterhouden. Hosea moest met een innerlijk verdeelde vrouw trouwen die hem altijd bedroog, een overspelige vrouw. Wat beeldt dit uit in de diepte ? De natuurkennis gepersonificeerd als de godin bestaat uit verschillende delen die allemaal een bepaalde cryptische waarde hebben en zich aan verschillende elementen hechten. Vandaar dat dit niet allemaal alleen tussen Hosea en Gomer blijft. Er is een verbinding tussen monogamie en polygamie, zoals er een verbinding is tussen monotheïsme en polytheïsme, omdat er eenheid in verscheidenheid is. Het is een dualiteit in de zin dat het zowel goed als verkeerd is. Er is een groot lijden voor de mens hierin totdat de mens hiertoe ontwaakt, en dan is het nog een bepaald lijden, maar dan meer vanuit de rust en een dieper inzicht. Hosea is het portaal tot de kleine profeten, het eerste boek, en het betekent de leegte, het geven van ruimte. Hosea moet ook leren te accepteren hoe Gomer, zijn vrouw, is. Hij moet leren haar die ruimte te geven. Toch mag hij haar ook niet opgeven. Hij moet dus een balans leren vinden, en diepte vinden in het probleem. Ook Hosea is een dodenboek. Hij moet een tocht maken door de onderwereld. Hosea hangt aan een ingewikkelt kruis en gaat door een moeilijke initiatie. In hoofdstuk 2 zien we dan dat er toch een echtscheiding is gekomen : 1Klaagt uw moeder aan, klaagt haar aan, want zij is mijn vrouw niet, en Ik ben haar man niet. Laat
432 Online Touch Home