als een moeder, wat ook weer een metafoor is van de oneindige kennis. We kunnen dus ook het woord Moeder telkens gebruiken als er God staat. Kennis is ook een goed woord voor God, maar het probleem is dan dat we soms bezig zijn metaforen te bespreken, en om het dan practisch te maken helpt het om te personificeren. Vandaar dat we dan ook wel archetypes gebruiken zoals God en Moeder. Daar waar kennis tot een climax komt personifeert het. Dat gebeurt in de diepte. Dat wil dus niet zeggen dat we kerkelijk of gelovig zijn, maar zelfs die woorden kunnen we een diepere betekenis geven omdat het een onderdeel van onze taal is. In Psalm 3, het Morgenlied, staat dan : 2O Here, hoe talrijk zijn mijn tegenstanders; velen staan tegen mij op; 3velen zeggen van mij: Hij vindt geen hulp bij zijn Moeder (God). Hoe vaak voelen wij ons wel niet zo in het leven ? Het is heel herkenbaar. We zouden soms wel willen dat Moeder zou komen om onze tegenstanders eens een lesje te leren, en die tegenstanders hoeven niet speciaal personen te zijn, maar kunnen ook problemen en obstakels zijn. Natuurlijk worden wij ook wel geholpen, maar lang niet altijd, en sommige dingen op aarde lijken maar niet weg te gaan, als een eeuwig stromende wond. De hulp is dan dat God, de Moeder, de Kennis, dan wel altijd bij ons is, in de buurt is, en ergens mee bezig is. Wij moeten ook in die duistere kennis ingewijd worden, die gestolen kennis, en vandaar dat het niet altijd rechtstreeks gaat. We hebben soms een vijand boven ons nodig. En dan gaat het om diepte te leren vinden en God erin te ontdekken. Soms kunnen we erg kwaad zijn. Soms kan het ook heel terecht en zelfs nodig zijn dat we kwaad zijn, maar het gaat om de kennis, en niet om het kwaad zijn op zich. Paulus had een doorn in zijn vlees, maar die werd niet weggenomen, en hij kreeg te horen dat de tegenwoordigheid van God genoeg was, het feit dat God er altijd is. Wij zijn omringd met diepe kennis, dus het kan gewoon niet misgaan. Er waren een heleboel gevaren van zonde, de kennisloosheid, dus die doorn moest er wel zijn om zo de tegenwoordigheid van de kennis diep in hem te laten doordringen. Er werd gezegd : De lieflijkheid en tederheid van God is genoeg. Deze lieflijkheid zal nooit tegen de kennis ingaan, maar die kennis inbrengen. Deze lieflijkheid kan soms heel hard zijn en ruig, dat we het gevoel hebben dat God ons treitert, ons pest. Dit kan gebeuren als we het verschil zien tussen onze wereld en de wereld van God. Dat wil niet zeggen dat we slecht zijn per definitie, of in zonde leven. Nee, vaak juist het tegenovergestelde. Ook de zoon van God ging hier doorheen toen hij naar de aarde en de onderwereld ging. Dat botste met de hemel. 8Sta op, Here, verlos mij, mijn Moeder (God)! Soms zijn degenen die het etiket "vijand" opgekregen helemaal geen echte vijanden. Soms is het gewoon ons eigen alarm-systeem, en dat is weer een reden waarom God, de Moeder, soms dingen toelaat. Dan in Psalm 4, het avondgebed :
472 Online Touch Home