hemelse "moeder", zijn "vrouw" te ontmoeten. Het christendom kan zich dus niet verdiepen zonder de islam. Deze delen horen bij elkaar, als moeder en vrouw van de man. Dit is allemaal niet materieel, maar in leb, het hart (Hebreeuws). In Psalm 22:22 gaat het om de yasha, opname, uit de bek van een leeuw (als beeld van het verbale ego). In Psalm 54:1 gebeurt de yasha door de naam van God, maar hier is waar het verkeerd gaat bij de christenen, want zij denken alles voor elkaar te krijgen door de naam van Jezus, alsof het een wachtwoord is, maar dat is dus niet zo in het Hebreeuws. Naam, shem, in het Hebreeuws betekent de afgezonderde individualiteit van de mens zelf. Alleen zij die zichzelf hebben afgezonderd in de zin van persoonlijk contact hebben gezocht met de natuur, kunnen opgenomen worden. Het Oude Testament is buitenaardse mythologie wat zich op aarde projecteerde. Adam werd opgenomen toen hij van de boom van kennis at, van Assyrië, wat ook een paradijselijk gebied was in Genesis (2:14). Assyrië was ook de tweede zoon van Shem als de stamvader van Assyrië. Shem was de oudste zoon van Noach. Zijn naam betekent "naam" en de afgezonderde individualiteit, die dus nodig is om de gnosis te ontvangen en de opname. De Assyrische ballingschap is een beeld van de opname, als de heilige ballingschap in de gnosis, terug naar het Assyrische paradijs. Jesaja, Yasha-yah, oftewel het zijn van de opname, had een grote toets-strijd met Assyrië, zoals Adam dit had met de boom van kennis, wat ook een beeld is van Assyrië in Ezechiël 31. Het is dus ook belangrijk Assyrië van een andere kant te bekijken, van een buitenaardse zijde, de paradijselijke zijde. Het is per slot van rekening dualistische mythologie. In een droom bezochten buitenaardsen van de Vur natuursteden in het Èrk-gebied in het Westen van Orion. Ik had daar ook een woning, en ze zeiden dat ik een mooi huis had, maar ik zag wat vlekken op het meubiliar. Ik kwam dichterbij het meubiliar waar de vlekken waren, maar toen ik dichterbij kwam zag ik dat het een soort doorzichtige tegels met patronen waren die over elkaar heenlagen, wat een effect gaf van vlekken. Die tegels moesten dus nog gesorteerd worden, en daar moest ruimte voor komen. De binnenwonings-architectuur was dus nog in aanbouw. Ik realiseerde mij dat zo het leven op aarde is : we zien vlekken in ons leven, maar dit is slechts gezichtsbedrog. Het zijn doorzichtige tegels met patronen, met boodschappen, met natuurkennis, die nu nog over elkaar heenliggen. In de grotere ruimte zal dit dus vanzelf gesorteerd worden. De buitenaardsen zeiden dat het in principe al gesorteerd was, maar dat door gebrek aan ruimte en inventaris het bij de mens overkomt alsof de tegels over elkaar heenliggen in plaats van naast elkaar. Dat had niets met mij te maken, maar met hoe de mens op aarde een zekere "scheelheid" heeft. De buitenaardsen hadden het over de komende genezing van de aardse ogen, door de Vur.
482 Online Touch Home