566

aan het "hit them before they hit me" syndroom. Het is de ninja kabouter die altijd overmoedig naar zijn wapens grijpt. Hij doodt uit voorzorg, zoals Herodus. Zij hebben het kruis verworpen. De sotapanna, hij die de stroom is ingegaan, heeft deze keten dus verbroken in zijn eigen leven. De sakadagamin is de tweede trede van het hogere bewustzijn. Dit betekent de terugkeer, het afdalen, als een shamaan, te gaan in de diepte. De sakadagamin heeft de vierde en de vijfde keten van het verstand verzwakt. De vierde keten is de kama-raga, de zintuigelijke en sociale hebzucht. De vijfde keten is de ziekelijke wil, de obsessie, byapada. De derde trede is de anagami, de volharder, de blijver, de opgenomenen die hard aan hun ego zijn gestorven (anagamis). Zij hebben de vierde en de vijfde ketenen geheel verbroken. De vierde trede is de arrahant, de voleindigde vernietiging van het ego, als de heilige gebondenheid en verbondenheid. De arrahant is het nibana (nirvana) binnengegaan. De arrahant heeft de keten van de zelfobsessie overwonnen, oftewel de keten van ziekelijke trots, en ook de ketenen van onwetendheid. Dat wil niet zeggen dat de arrahant alles weet, maar weet wat hij moet weten. De overkennis is altijd gevaarlijk. Het gaat om de kern-kennis, de noodzakelijke kennis, oftewel de prioriteits-kennis. De arrahant heeft de ketenen van het spijbelen overwonnen. De keten van de zelfobsessie wordt mana genoemd, een Pali woord, terwijl mana in het christendom voedsel was voor het volk in de woestijn, als een beeld van het hemelse woord, wat later werd vervangen door de bijbel. In het boeddhisme is het woord mana een groot vergif. Hoofdstuk 37. De Dubbele Verzen V 15. Wie het kwade doet doet het zichzelf aan, en het kwaad zal hem zelfs achtervolgen in het hiernamaals. Hij zal betreuren wat hij heeft gedaan als hij inziet welke gevolgen het heeft gehad. Dit is de wet van kamma in het Pali, of karma in het Sanskrit, de wet van de spiegel, van zaaien en oogsten. Alles heeft gevolgen. Niemand hoeft te denken dat hij kamma te slim af zal zijn, want aan het einde zal hij terug moeten betalen. Men kan niet het kwade doen en denken het goede te oogsten. Wie een perenboom plant moet geen appels verwachten. Het leven heeft een gebruiksaanwijzing. Je kan lang voor kamma weglopen, maar op een dag hebben je daden ingehaald. Op een dag is de oogst zo overduidelijk dat je er niet meer aan kunt ontkomen. Het zal immers door blijven groeien totdat je je leven betert, en dan nog steeds zijn de gevolgen daar, en moet je alles goed maken. Er gaat tijd inzitten, want iemand die zijn hele leven een huis van slechtheid heeft lopen bouwen kan dat niet in één dag afbreken. Niets komt zomaar.

567 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication