576

Hoofdstuk 41. Betelgeuse - De Kern van Orion We volgen dus het pad van de gnosis door de tweede mand van de Pali Canon, door het geestelijke woud. Het eerste boek in de tweede mand is de digha nikaya, oftewel de lange verzameling. Aan het einde van de digha nikaya wordt de mens opgedragen om als ze iets goeds hebben gevonden, dan moeten ze ook de slechte vormen ervan kennen, het tegenovergestelde, en als ze iets slechts hebben gevonden, dan moeten ze ook de goede vormen ervan kennen, het tegenovergestelde, zodat ze goed op hun hoede zijn. De mens moet komen tot de oneindige en eeuwige leegte, niet zomaar tot de leegte. In de oneindige ruimte kunnen vormen niet zomaar opkomen, stelt de digha nikaya. De mens wordt voortdurend misleid door de vormen van het ego, dus die vormen moeten eerst geblust worden, en dat kan alleen in de oneindige leegte. De mens moet de voorstelling van vormen geheel overstijgen. De mens moet eerst het denken en overdenken overstijgen in de oneindige en eeuwige leegte. Die leegte moet overbrugt worden. Deze wedergeboorte kan alleen plaatsvinden in de afzondering. Zo wordt de mens uiteindelijk waakzaam en ziet het gevaar zelfs in de kleinste misstappen, want zijn zintuigen zijn opengegaan. Het is van belang de ultra leegte in te gaan totdat het veroneindigt en vereeuwigd, want er zijn vele valse leegtes die beperkt zijn, zoals luiheid, onverschilligheid, blind geloof, en die maken er een markt van. Ze zijn vastgegroeid in de stad en groeien niet meer door. De mens moet door de oneindige en eeuwige leegte heen om die te overbruggen, want daarachter ligt het hemelse of nibaanse bewustzijn. Dit is allereerst een dualistisch gebied van verbeeldingsloosheid en antiverbeeldingsloosheid. Waarom is dit zo ? Omdat er nu eenmaal goede verbeeldingsloosheid is en valse verbeeldingsloosheid. Daarachter ligt een gebied van de uitdoving van verbeelding en gevoel. Zo komt de mens uiteindelijk tot ultra-bewustzijn, tot oneindig en eeuwig bewustzijn. Dit is en blijft een dualiteit. De schelp is leegte. Alles valt daarin weg. Alles gaat tot de vergetelheid. Hoe komen we hier ? Allereerst moet men beseffen dat weerstand een illusie is. De mens moet ook geheel loskomen van de verbeeldingen van weerstand. Het ligt namelijk veel dieper. Wat men ziet is de weerstand door het ego, wat alles om ons heen heeft lopen voorstellen, in kannen en kruiken gedaan. Eerst moet de mens de weerstand overstijgen, dat ook loslaten, maar zich niet overgeven. Het gaat om het loslaten om de verbeeldingen van weerstand te overstijgen, de voorstellingen van verzet, en ook alle voorstellingen van overgave. De mens moet al deze inbeeldingen loslaten, en ook het loslaten moet losgelaten worden. Zo vlucht de mens. Elke vorm van weerstand en elke vorm van overgave moet losgelaten worden, omdat het allemaal illusie is. De mens moet de diepte in, door telkens weer los te laten. Het ultra-loslaten is het oneindige en eeuwige loslaten wat vanzelf vrucht gaat dragen. Dit is het leeuwse leven. Je wordt ergens door gegrepen, maar je laat los, ook als het je meesleurt. Het zijn illusies, en zelfs loslaten is een illusie, dus dat laat je ook los. Je laat alle verbeeldingen van het loslaten los. Zo ontstaat er een innerlijk leeuws vuur, wat je ook weer loslaat. Zo wordt het vuur geblust, wat je ook weer loslaat, en dan moet je de aandacht en alle voorstellingen van aandacht loslaten. Ook alle verbeeldingen van concentratie en van de oneindige veelvuldigheid van dingen moet je loslaten. Ook het wachten en de verbeeldingen van het wachten

577 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication