Agni, de offergod. Dit plaatje zien we ook weer terug op een hele corrupte manier in Spanje, waar de mens op een wrede manier over de stier probeert te heersen. Shiva wil op de stier rijden. Shiva wil veel wijn drinken. Lang leve het grote Toronto. Shiva heeft een slang om zijn nek als het touw van de gnosis gebondenheid. Het touw om de nek verstikt de valse natuur van de mens, zodat de mens aan zichzelf sterft. Alle offerrituelen die we in de religies zien zijn schaduwen van de ware gehoorzaamheid. De mens moet door vele sluiers heen en vele wachters verslaan, oftewel begrijpen, om te komen tot de schat van heilige waanzin, de heilige bevrijding en onthechting. Het raadsel van Shiva heerst over Spanje. Het moet opgelost worden. Het is het islamitische raadsel van de nacht van grootsheid, die komt ergens in de Ramadan, waar de heiligen op wachten. Hier vasten zij voor. Toronto is als het kijken naar die nacht door een kermis-spiegel. De spiegel moet ingeslagen worden, en de mens moet tot de nacht van grootsheid gaan, waarin zoveel engelen vanuit de hemel afdalen dat de aarde het niet kan verdragen. Het is het verschijnen van Gabriël, Jibriël, oftewel de Egyptische Geb, de ark. De mens moet hier vat op gaan krijgen. De tanden van het beest worden dus gewoon gebruikt om daar een ketting van te maken. De smetvrees moet de mens niet tegen houden. Hoofdstuk 8. Calvijn en Paulus De mens kwam in een patriarchische valstrik. Toronto, de geest Elias, is een wachter van de islamitische en hindoeïstische esoterie. Het werd groot in Europa via Spanje en Calvijn. Het is het snoephuisje van de heks van Hans en Grietje. Het mag niet gegeten worden, maar het is een wapen, en bedoeld voor decoratie. De heks van Hans en Grietje is een karikatuur van Hel. Alleen door de godin Hungr, het rijk van de honger, kan de mens tot Hel komen in de Noord-Germaanse mythologie, niet door het gulzig eten van het giftige snoep zoals in Toronto gebeurt. Dit is een dualiteit, want dit gaat zowel over de Islamitische invasie in het Romeinse Rijk als over Calvijn die door de reformatie kwam tegen het katholieke bewind, door het islamitische christendom. De T-wet van Calvijn komt namelijk ook weer terug in de islam, als de T-put van totale moederloosheid, want God heeft geen zoon. Het is de totale leegte waarin een mens totaal wordt onthecht. Het zijn heilsfeiten waar de mens niet aan kan ontkomen. Zowel de islam als het calvinisme zijn esoterische mysteriën die de mens overweldigen. Zij trekken de mens tot de T-put, de eeuwige Ramadan. Door de ijzeren wet van Mohammed en Calvijn sterft de mens aan zichzelf af. Cryptisch gezien manifesteert dat zich in ons leven als dingen waar we niet aan kunnen ontkomen. Een mens kan hiervan erg overstuur zijn als hij niet weet wat het is. Alles vertelt een verhaal. De Walkuren werden de uitverkiezers genoemd in de Germaanse Mythologie. Zij moesten de uitverkorenen die aan zichzelf waren gestorven op het slagveld van het leven trekken tot de Hal van de Uitverkorenen, waar het calvinisme op is gebaseerd. Zij binden de uitverkorenen met eeuwige touwen. Zij moesten een brute dood sterven, anders zouden ze nooit aan het hardnekkige zelf kunnen sterven. Zij moesten gebroken worden, en alleen dan zouden de Walkuren, de Germaanse amazones hen meenemen. Zij werden geleid tot het krijgersparadijs genaamd "Walhalla", wat Hel voor de gevallenen betekende, of gewoon Hal voor de gevallenen. Hel was in de Germaanse mythologie niet negatief, maar gewoon de vruchtbaarheid. Op weg naar het Walhalla, naar Hel, moesten de krijgers veel gevaren overwinnen. Zij moesten de honden, of wolven, Freki en Geri
59 Online Touch Home