92

6. En de Heere sprak : Zo zal het een ieder vergaan die het tweede Woord niet aanvaardt. En de Heere was als een stichter van oorlog. En de Heere sprak : Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het Zwaard. (..) Het Tweede Pniel 8. Zalig hen die het eerste en tweede Woord hebben. Maar hen die het tweede Woord niet hebben, zullen het eerste ook niet hebben. 9. En de heiligen worstelden met de tweede engelen en met de Heere, en zij werden geslagen op een plaats die het tweede Pniel heette. 10. En zij werden gevoelig voor het tweede Woord. En de Heere zegende hen. Zalig zij die de wonden van het tweede Woord dragen. 11. Zalig hen die twijfelen, want zij zullen kracht tot toetsen hebben, en de Heere zal hen leiden tot de tweede zekerheid. 12. En in de tweede pijn ligt de hand des Heeren opgeborgen. In de eerste bijbel is er zowel een goed deel als een slecht deel. Het goede deel kondigde de komst van het eeuwig evangelie en het tweede aan, in het boek Openbaring. In principe is de eerste bijbel gewoon een verzameling van gnosis, verdraaide gnosis en anti-gnosis. Het kind mag niet met badwater weggegooid worden. Nederland heeft Duitsland nodig in de grote bevrijding, het grote begrijpen, van Europa. Duitsland bezit de sleutels om de Nederland-poort te openen. In het Bijbelse paradijs zien we alleen maar de schaduw van het hogere paradijs. Alle archetypes wijzen dus door naar diepere realiteiten. Holland, Holle, de Dame in Wit, is het geheim van de Eva stammen, het witte Leri mysterie. Maar deze Eva stammen moesten komen tot de gnosis, tot de boom van de gnosis, tot de vrucht, om daarmee de Adam stammen in te wijden. In de diepte van deze symboliek is deze vrucht heilig. Dit alles heeft een Europese reflectie. Nederland ligt aan de kust als het Europese Israël wiens mysteriën onbegrepen zijn, en heeft de zwarte steen (zwarte arend, Duitsland) nodig om geopend te worden, zoals Israël de Islamitische mysteriën (als cryptografisch beeld van het komende Eeuwig Evangelie) nodig had om doorgang te vinden. Zwart is de kleur van de duisternis, de tegenstander van het verblindende licht. Het is de heilige verdonkering en verborgenheid. De vrucht van de boom van kennis heeft altijd eenzelfde centraliserende lading gehad als de ark van het verbond. Deze werd streng bewaakt. In het Aramees is de ark de KEBU, de doorgang tot een diepere ruimte, waar een voorhangsel voor gehangen werd (Ex. 40:3). Ook is de ark een beker. Het voorhangsel is in het Aramees ook een vrucht van de ceder. Hier zien we de boom van kennis terug. De mens nam de vrucht en ging tot een andere dimensie, als een doorgang. Dit is wat de ark is. De KABA is in het Arabisch een gebied, het heiligste gebied. Dit is de BADA stam in de amazone theologie van de Vuh, de verdonkerende stam van de verborgenheid. In Ex. 40:4 gaat het in het Aramees over die ruimte, die ingenomen moet worden, de ruimte van de tabletten, van het Woord. Dit is het hele vrucht der kennis mysterie, een dualiteit, als de

93 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication