1186

28. Maar u bent ook niet te vinden, U bent de hemel, Alleen in de dood vind u ons, Alleen bij het wentelen van de diepe slaap 29. Heel lang geleden, ik ben het bijna vergeten, Kwam ik tot de hemel, En ik kon alles doorzien, en alles begrijpen, Maar nu ben ik verdwaald, en er is geen helper 30. Alleen uw Woord telt, niet wat wij denken, Altijd worden wij heen en weer geslingerd, maar uw Woord is vast, Ik keer daarom terug tot uw Woord, En zo zoek ik in het verleden, dat wat ik al van u heb gehad 6. Waarheen zult gij vluchten ? 1. Uw Woord overtuigt mij, Uw Woord laat mij het pad zien, Uw Woord verandert mij, als een sieraad binnenin 2. Zij is de woeste oorlogshemel, 1186 Zij staat daar om u te beteugelen, Oh zondaar, denkt niet dat gij voor altijd kunt zondigen, Volkomen zal zij afrekenen, En de hemel is iets wat gij niet kent, Zie, de hemel voert oorlog. 3. Zij staat daar op de top van een berg, En dan daalt zij af tot de strijd, Want zij is de verdieper, En haar strijdgeschreeuw is slechts haar barensweeën, De aankondiger van een nieuwe geboorte. 4. Zij staat op de top van een berg, En daalt dan af om haarzelf te mengen in de strijd, Hebt gij het gehoord ? Waarheen zult gij vluchten ? De hemel kent u door en door, en ziet al uw wegen, De hemel heeft u omsingeld. 5. Waarheen zult gij vluchten, oh onwetendheid ? De hemel zal weldra de aardbodem vullen, En de aarde zal vol zijn van de heerlijkheid van haar kennis. 6. Ziet, zij is alreeds teruggekomen, en gij weet het niet. U droomt slechts, vanwege de roes van uw slaap.

1187 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication