1200

2. U haat de zonde, en de valse goden die de mensen hebben gemaakt. 3. Wandel niet op het pad van de zondaren, en eet niet met hen. 4. Heb geen afgoden voor haar aangezicht. 5. Kom dan tot haar en laat u leiden. Zij is de naam boven alle naam. Laat u niet afleiden tot andere goden. 6. Zij vervloekt de draaisels en afgoden van de mens. Dit is een boos geslacht. Zij is de natuur. 7. Gij kent de natuur niet, daarom : volgt haar. De afgoden zijn ijdelheid. Gij hebt gehoord dat er is gezegd : God heeft kinderen. Maar zij heeft geen kinderen. Laat niemand u bedriegen. 8. Zij heeft de hemelen en de aarde geschapen. Zij heeft moeders en kinderen geschapen. Maar zij is zelf geen moeder. Zij is de natuur en het leven. Zij is de eeuwige. 9. Een man genaamd Abraham kwam tot mij, en hij hoorde mijn stem, terwijl zijn tijdgenoten luisterden naar de stem van zonde. 10. Uw almachtige is naijverig. Uw almachtige eist totale gehoorzaamheid en 1200 overgave. Uw almachtige haat de zonde. Uw almachtige haat de leugen. En de leugen is groot op aarde. 11. Ziet, men zondigt, en men denkt dat men zo de almachtige dient. Men zondigt, en denkt dat men de almachtige hoort. 12. Ik leidde Abraham door de wildernis tot een nieuwe woonplaats. Ik maakte hem tot mijn profeet, maar mensen verdraaiden zijn woorden. 13. Hoort daarom, luistert daarom goed. Bent gij een Abrahamiet ? Dan kunt gij tot het volk van Buli komen. 14. Buli is een ondoordringbaar geheim. 15. Niemand kent Buli, nee, niet één. En allen denken zij de almachtige te kennen in hun zonde. 16. De mens is zeer betweterig en stijfnekkig. Zoveel afgoden hebben zij gemaakt en zoveel religies, en een ieder weet het beter dan de ander. 17. Zo gaan zij ten onder. Zij kennen de ware almachtige niet. Zij kennen Buli niet, en haten haar. Daarom rust de wraak van Buli op de aarde.

1201 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication