5. Omdat zij halfhartig zijn, is hun verstand afgeleid, in haar netten verstrikt geraakt, waar de leugen ten onder gaat, alles stroomt. uitgeworpen, Zij houdt van de hemelse visserij, maar de zonde haat zij. 6. Alles stroomt door, De morgen bereiken zij niet, In duisternis gaan zij ten onder, Dat is waar de leugen leidt. 7. Achter netten zijn zij, Niet hoorbaar, niet verstaanbaar, Niet zichtbaar, niet voelbaar, Achter netten zijn zij, Zij kunnen ons niet horen of zien 8. Wij zijn in de dromen van de hemelse visser, Zij weeft een nieuwe aarde, De vissen in de zee, of in haar netten. 24. De druppels van Buli 1. Deze vissen van de zee, zo trots in hun selectiviteit, In eenzijdigheid zijn zij ten onder gegaan. 2. De oordelen van de hemelse visser zijn waarachtig en welaangemeten. Over zeeen heeft zij haar netten 1204 3. De leugen haat zij. Haar stem is als de donder. In het donkere beschermt zij haar kinderen en voedt hen op. In de hemelse visserij voedt zij hen op. 4. Zij gaat niet achter de massa’s aan. Zij is geen meeloper. Het is haar niet om aandacht en eer te doen. Zij is de hemelse visser. 5. Zij werpt de netten in de duisternis, terwijl vissen ten onder gaande in de trots van hun veeleisendheid. 6. Zij weten niks, maar pretenderen te weten. Zij zijn de stilstand van de zee. 7. In de opgeblazenheid van hun kieskeurige verstand gaan ze de ondergang tegemoet, als vissen naar adem happende op het droge, omdat ze het donkere niet wilden zien. 8. En ik zag de aardse vrouw als een groot kwaad. Haar wegen leidende tot de dood. Zalig zijn zij wie in de hemelse visser hun weg vinden.
1205 Online Touch Home