1220

en glijd langs hem heen om haar geheimen te bewaren. Zij ontwijkt hem, Zij blijft op een afstand, opdat er ruimte is voor groei. 10. Waarom draagt zij dan nog steeds deze glorie ? Waarom hoort zij nog steeds zijn stem ? Omdat zij nog steeds betrokken is. Zij staat nooit te ver weg. Zou het vreemde tot vrede leiden, dieper in het bos ? Maar gij noemt het oorlog. Zij onderhandelt met het vreemde, haar kinderen begrijpen het niet. En toch moet zij moeder zijn. 11. Sta de vreemdeling toe, spreekt zij, want het kan een hemelgezondene zijn. Ik ken deze kinderen in het veld niet. Zij zijn vreemden. 12. Hoe diep moest je gaan om aan deze wereld te ontkomen ? Velen lijden om te vermeerderen, om troost te zoeken in rijkdom, roem en macht. Maar jij moest het hongerpad op om tot het hongerzaad te komen. Het hongerzaad bracht een nieuwe schepping, de andere schepping die verloren was geraakt, vergeten, uit de harten gebant. 1220 13. Hoe diep moest je gaan om aan deze wereld te ontkomen ? Gij moet minder worden, gij moet hongeren, leren leven met het minste. Zo is er ruimte voor de andere wereld die zal komen. Zo komt gij tot het hongerzaad die zij is. 14. Het hongerpad, maar wie weet de weg ? De honger weet de weg. 15. Hoe diep moest je gaan om aan deze wereld te ontkomen ? 16. Hij staart naar de blote borsten van de honger, waarin hij sterft. 17. Hij stierf op het hongerpad, en werd ook in haar wedergeboren, en iedereen deed alsof er niets aan de hand was. 18. Hoe diep moest je gaan ? Hoe diep moest je gaan ? 19. Zij kan het je niet vertellen want ze is het vergeten door de honger, en jij bent het ook vergeten. Alleen een kind kan het weten. 20. Ze was sadistisch en hardvochtig,

1221 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication