127

ballingschap. 3. Hun hoofden werden geslagen met stalen stokken, hun kaken werden verbrijzeld, en zo dreven zij levenloos in de wateren. 4. Vrouwen en meisjes werden gedood, en mannen en jongens werden gekeurd en een klein percentage in leven gelaten. 5. Op de honderd mannen werden slechts twee in leven gehouden. 6. En zo ging een klein overblijfsel in ballingschap. 7. Zo kwam Israel in het diensthuis van Amalek. 8. En zie, het volk Amalek was een volk van amazones. 9. En zij waren hard en veeleisend. 10. Als er om verlichting van lasten werd gevraagd, dan werden de lasten verdubbeld. 11. En zie, Amalek werd tot een groot volk, en zij vermengden zich met Israel. 12. Daarom : let op uw woorden, want Amalek heeft overal belagers. 127 19. Hoe zoudt gij kunnen ontsnappen, oh Israel ? 20. Ver zult gij niet komen, want de strijdwagens van Amalek zijn veel sneller dan de uwen, en hun jachtwagens zijn van ijzer. 21. Ja, stalen stokken zullen u op het hoofd slaan en uw kaken verbrijzelen. 13. Zo werden deze woorden geprent in de harten en hoofden van de Israelieten. 14. Het begon allemaal toen hun koningin had geroepen : 'De Amalekieten over u !' 15. Zou u dan niet haastig eten, wetende dat Amalek haar dienstknechten opbrengt in honger ? 16. Zo werden deze woorden geprent in de harten en hoofden van de Israelieten. 17. Eet haastig wanneer gij kan, want Amalek's honger zal u weldra overweldigen en u de zee indrijven. 18. En de mannen waren aan de zee van Amalek en aan de rivieren van Amalek, en zij weenden, ook Sion herinnerende, en hun vrouwen en kinderen van hen afgenomen.

128 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication